Britse scholieren scoren hogere cijfers voor bèta- dan voor alfavakken

Op de Britse eilanden is chemie het schoolvak waarvoor het hoogste percentage voldoendes wordt gescoord: 93,9 % haalt een C of hoger binnen het in Engeland en Wales gangbare GCSE-examensysteem. Voor natuurkunde en biologie zijn de percentages nauwelijks lager. Maar voor een soft vak als mediastudies slaagt amper tweederde, zo meldt BBC-columnist Michael Blastland.

Een sluitende verklaring voor deze discrepantie weet de auteur ook niet te geven. Eén hypothese is dat alleen de echt getalenteerde nerds voor harde bètavakken kiezen, terwijl mediastudies meer iets is voor ‘dimwits’ die sowieso niks kunnen.

Maar dat verklaart weer niet waarom het slaagpercentage voor wiskunde nog lager is. Dat zou nog kunnen komen doordat het voor iets te veel mensen een verplicht nummer is. Alleen is het slaagpercentage voor het niet-verplichte ‘additional maths’ (zeg maar wiskunde 2) óók erg laag.

Blastland suggereert dat het idee, dat chemie veel moeilijker is dan mediastudies, misschien wel een fabeltje is. In de wereld gebracht door journalisten die zélf niks van bètavakken snappen.

Merkwaardig is dan wel dat de gemiddelde chemicus er precies hetzelfde over denkt.

De enige logische verklaring lijkt te zijn dat er bij de vaststelling van de examenniveaus voor verschillende vakken iets grondig scheef zit. Gek genoeg wordt die mogelijkheid in het stuk niet eens genoemd.

bron: BBC News

Onderwerpen