PET-scans wijzen eiwitgebrek aan als oorzaak

Mensen met ADHD oftewel ‘attention deficit hyperactivity disorder’ vertonen in delen van hun hersenen een gebrek aan eiwitten die betrokken zijn bij de dopaminehuishouding. En dat houdt weer in dat motiverende gevoelens bij deze mensen niet optimaal doorkomen, melden Amerikaanse onderzoekers in het Journal of the American Medical Association.

Het betekent ten eerste dat ADHD echt een aandoening en geen aanstellerij is, voor zover dat nog niet vaststond. Ten tweede houdt het in dat het helpt om op de een of andere manier te compenseren voor de haperende dopaminedoorgave.

Dat kan chemisch, door het dopaminenivau kunstmatig te verhogen. Het kan ook door teveel te eten of door drugs te gebruiken, zoals ADHD-patiënten vaker dan gemiddeld schijnen te doen (nu u het zegt, zou Mick Jagger soms óók... ).

“Maar het suggereert ook dat onderwijzers er voor moeten zorgen dat schoolwerk zó interessant en opwindend is dat ook kinderen met ADHD voldoende worden gemotiveerd om bij de les te blijven”, aldus de Londense psychiater Katya Rubia voor de BBC.

De eiwitten in kwestie zijn een dopamine D2/D3-receptor en het dopamine-transporteiwit DAT. De onderzoekers diendenr volwassenen mét en zonder ADHD radioactief gelabelde versies toe van stoffen, die selectief hieraan binden: respectievelijk [11C]cocaïne en [11C] raclopride. Vervolgens maakten ze PET-scans van de hersenen om te zien in hoeverre die stoffen inderdaad werden gebonden.

In de nucleus accumbens en in het midden van de hersenen, twee plekken die emoties afhandelen, werd bij ADHD-patiënten inderdaad minder bindingsactiviteit gemeten dan bij de controlegroep. Hoe ernstiger de ADHD-klachten, des te groter het verschil.

bron: BBC News

Onderwerpen