Betere carrièreperspectieven, interessante opleidingen of zakelijke kansen – voor wie het avontuur niet schuwt heeft de wereld buiten Nederland veel te bieden.
Goed nieuws voor de klagers onder ons. Op 7 en 8 maart is de redding nabij, want dan vindt in Nieuwegein de Emigratiebeurs plaats. Wie hier het weer/de files/de regels/de politiek/de buren en/of het werk beu is, pakt gewoon zijn biezen en verhuist naar een ander land. Emigreren is het devies.
Wie bij emigreren nog steeds denkt aan jarenvijftigtaferelen waarin kansarme jonge mannen hun bedroefde moeder op de kade vaarwel zoenden en de boot namen naar Nieuw-Zeeland of Canada om daar een beter leven op te bouwen, moet dat beeld nodig bijstellen. De moderne (e)migrant verhuist niet meer louter uit economische noodzaak, maar ziet buiten de landsgrenzen simpelweg tal van mogelijkheden.
Punten scoren
Het enthousiasme spat ervan af bij de verschillende Nederlandse emigratie-infosites. In het buitenland is alles geweldig of op zijn minst beter dan in Nederland. Klinkt goed, maar ook in dat andere land moet er brood op de plank komen. Een baan zoeken dus, of een bedrijf beginnen. Sterker nog, zonder baan of bedrijf kom je de meeste landen helemaal niet in. Veel landen verwelkomen immigranten, maar alleen als je iets te bieden hebt.
Klassieke emigratielanden voor Nederlanders – Canada, Nieuw-Zeeland en Australië – hanteren een strak immigratieregime, waarbij je op allerlei onderdelen punten kunt scoren om een verblijfsvergunning te krijgen. Met een chemische achtergrond zit je zeker niet slecht, zo blijkt. In Nieuw-Zeeland staan bijvoorbeeld levensmiddelentechnologen, chemisch ingenieurs, klinisch analisten en milieuwetenschappers op de long-term skill shortage list en hebben daarom een streepje voor. Ondernemers en investeerders met ambities in de biotechnologie zijn eveneens welkom. Biotechnologie is een van de aangewezen groeisectoren binnen de Nieuw-Zeelandse economie en dat biedt mogelijkheden voor extra punten voor immigranten.
Geochemici, procestechnologen en supervisors uit de gas-, olie- of (petro)chemische industrie doen er verstandig aan te kiezen voor Canada, want daar gelden die beroepen als priority occupations. In Australië ten slotte vinden we op de skilled occupation list onder meer analisten, labmanagers, (bio)chemici, materiaalwetenschappers, milieuwetenschappers, biomedisch en chemisch ingenieurs, R&D-managers en salesmanagers voor farmaceutische producten.
Ontvolking
Internationale ambities kun je ook dichterbij huis, binnen Europa, verwezenlijken. Een groot voordeel is dat je dan niet geconfronteerd wordt met puntenlijsten. Niet dat het geen papierwerk vergt, maar in principe ben je vrij je te vestigen binnen de EU. En sommige landen staan echt te springen om nieuwe mensen, te oordelen naar hun uitgebreide aanwezigheid op de Emigratiebeurs. Zoals Zweden, dat zich met ruim zestig gemeenten en regio’s zal presenteren.
Zweden ziet Nederlanders graag komen, vertelt Patricia van Trigt, een Nederlandse die sinds 2002 in Zweden woont en werkt voor de regio Dalarna. “Nederlanders zijn populair hier, ze reizen veel, passen zich gemakkelijk aan, zijn meestal hoogopgeleid, hebben geld en pikken de taal snel op.” Ontvolking van plattelandsregio’s zoals Dalarna is de belangrijkste reden voor Zweden om actief nieuwe inwoners te werven. Specifieke kansen voor chemici biedt dat niet meteen. “We hebben hier staalindustrie en energiebedrijven, maar geen chemische industrie. Daarvoor moet je in de regio rond Gotenburg zijn”, aldus Van Trigt.
Die regio, waar inderdaad een grote concentratie van chemische, petrochemische, farmaceutische en biomedische bedrijven is, lijkt echter niet te kampen met een bevolkingstekort. Ondernemers en investeerders zijn wel zeer welkom, vooral als je actief bent in de petrochemie, voedingsindustrie, cleantech of biomedische sector. Waar je ook voor kiest, vestiging in Zweden is eenvoudig, volgens Van Trigt. “Als je maar in je eigen onderhoud kunt voorzien – dus als je een baan hebt, een bedrijf start of gewoon geld meebrengt – kun je hier meteen terecht.” Wel raadt ze aan om nog voor vertrek te beginnen met het leren van de taal. Dat is ook wel nodig als je een baan zoekt, want vrijwel alle banensites zijn in het Zweeds. Wordt er toch nog een barrière opgeworpen.
Zoektocht
Wie zoekt in de vacaturebank van EURES, de EU-organisatie voor beroepsmobiliteit, merkt al snel dat beheersing van de lokale taal essentieel is om de zoekresultaten te kunnen begrijpen. De relevantie en de betrouwbaarheid van die vacaturebank vallen overigens te betwijfelen. Het begint goed – ‘Vandaag zijn er 928.220 vacatures voor u’ – maar de uiteindelijke zoekresultaten zijn verwarrend. Zo is er in heel Frankrijk, Italië en Spanje geen enkele vacature voor een chemicus/chemisch ingenieur, Nederland zoekt er welgeteld één (!), terwijl er in Duitsland en Engeland respectievelijk 77 en 124 passende banen beschikbaar zijn.
Het lijkt verstandig je zoektocht niet tot de EURES-database te beperken. Voor praktische zaken rond werken in het buitenland kun je, naast alle informatie op de EURES-site, terecht bij het netwerk van EURES-adviseurs. In Nederland zijn er 22, meestal werkzaam bij het UWV of CWI. Helaas is de bereikbaarheid van het netwerk dusdanig slecht dat het niet lukt om extra uitleg te krijgen over wat die adviseurs precies voor je kunnen betekenen en hoe je je zoektocht naar een buitenlandse baan het best kunt vormgeven.
Voor wie graag concreet te werk gaat, biedt de Emigratiebeurs Speed Job Dating. In hun paviljoens presenteren de verschillende landen actuele vacatures, waarop je meteen kunt inhaken. “Hierdoor kunnen bezoekers snel schakelen”, aldus Frans van Houten van Fairway Events, de organisator van de beurs. Vooraf aanmelden is niet nodig. “Het is geen apart onderdeel, meer een manier om direct meer informatie te krijgen over mogelijke banen.” Een banenmarkt dus eigenlijk, maar dan met een bereik dat varieert van Tsjechië tot Uruguay en van Noorwegen tot Australië. En dat allemaal gewoon in Nieuwegein.
Bron: C2W3, 21 februari 2009
Nog geen opmerkingen