Duitse analytici kunnen goede tequila van slechte onderscheiden met gaschromatografie en FTIR.

Tequila, de nationale sterke drank van Mexico, wordt in principe gemaakt van de blauwe agaveplant. Er zijn echter verschillende kwaliteiten. Dure tequila is voor honderd procent op basis van agave. Bij goedkopere ‘gemengde’ tequila wordt vóór de gisting maximaal 49 procent suiker toegevoegd.

In Mexico zelf wordt de kwaliteit streng gecontroleerd door de overheid. Maar goedkope tequila wordt vaak in bulk geëxporteerd en in het buitenland gebotteld. Daarbij is het gemakkelijk om te knoeien, bijvoorbeeld door ‘100% agave’ op het etiket te zetten of er alcohol uit andere bronnen bij te mengen.

De onderzoekers van het Chemisches und Veterinäruntersuchungsamt Karlsruhe hebben nu 31 dure en 25 gemengde tequila’s geanalyseerd met ion- en gaschromatografie. Ze concludeerden dat de 100% agave-kwaliteit significant meer 2-methyl-1-butanol en 2-fenylethanol bevat, zodat ze gemakkelijk is te herkennen.

Er zit trouwens ook meer methanol in maar gelukkig nog steeds te weinig om schadelijk te zijn, zo schrijven de onderzoekers in het juninummer van het Journal of Agricultural and Food Chemistry.

De onderzoekers hebben tevens een snelle screening ontwikkeld op basis van Fourier transform infraroodspectrometrie (FTIR). Deze test herkent versneden tequila in minder dan twee minuten.

Overigens zijn er nog geen aanwijzingen dat er wereldwijd echt veel met tequila wordt geknoeid. Maar nu de drank steeds populairder wordt groeit de kans dat het een probleem wordt.