De volgende generatie chemici en chemisch ingenieurs moet vooral méér verstand hebben van octrooirecht en andere vormen van innovatiemanagement. Dat stelt de Europese chemiekoepel Cefic in een woensdag verschenen rapport.

Volgens Cefic is het voor het eerst dat binnen de chemische sector zo’n ‘skills needs study’ is gedaan.

 

De studie is gebaseerd op gesprekken met 16 topmanagers van grote chemische bedrijven binnen Europa, die samen werk bieden aan 300.000 mensen.

 

Opvallend genoeg komt daar uit dat die bedrijven vooral behoefte hebben aan chemici met meer ‘business skills’. Er lijkt minder behoefte te bestaan aan nieuwe ideeën, als aan vaardigheden die nodig zijn om innovaties uit het lab en op de markt te krijgen. Met stip op één staat daarbij kennis van intellectuele-eigendomsrecht, op twee staat innovatiemanagement. Daarna komen strategisch en visionair management, het vermogen om toeleveranciers en klanten te begrijpen, en projectmanagement.

 

Voor ingenieurs wordt kennis van octrooirecht veel minder belangrijk geacht. Voor deze groep is projectmanagement het belangrijkste.

 

Daarnaast is er een wensenlijstje met ‘persoonlijke’ (dus niet-zakengerelateerde) capaciteiten. Voor chemische wetenschappers is dat vooral creativiteit, voor ingenieurs zijn het vooral communicatieve vaardigheden.

 

Ook zit er een lijstje bij met technische disciplines die van belang worden geacht, maar daar ligt niet echt de nadruk op. Veel belangrijker lijkt men het te vinden dan mensen multidisciplinair en breed inzetbaar zijn.

 

Uiteraard roept Cefic de universiteiten op om hun curricula aan deze industriële eisen aan te passen.

 

bron: Cefic

Onderwerpen