Hittereflecterende camouflageverf kan voorkómen dat soldaten verbranden als er een bom in hun gezicht ontploft. Dat claimden onderzoekers van de University of Southern Mississippi tijdens het herfstcongres van de American Chemical Society.

Rond zo’n explosie kan de hitte gedurende 2 seconden oplopen tot zo’n 600 graden Celsius, genoeg om dodelijke brandwonden te veroorzaken. Militaire uniformen beschermen er wel een beetje tegen maar laten gezicht en handen onbedekt, en de kleurpasta’s die worden gebruikt om de huidskleur weg te werken maken het effect van de ‘thermische schokgolf’ alleen maar erger. Ze verbranden zelf namelijk ook voor een deel.

Volgens Robert Lochhead en collega’s is de inherente tekortkoming van die pasta’s dat de gebruikte pigmentdeeltjes maar 100 tot 500 nm groot zijn. Ze kunnen dus nooit warmtestraling reflecteren die een golflengte van 1.000 tot 8.000 nm heeft. Vandaar dat Lochhead bij twee pigmentfabrikanten te rade ging om pigmenten in handen te krijgen met deeltjes van 10.000 nm, die de hitte wèl terugkaatsen.

Ook de pasta die de pigmentdeeltjes draagt vormt een probleem. Koolwaterstoffen absorberen de hitte te sterk, vandaar dat Lochhead ze verving door siliconen.

En tot slot eist het Amerikaanse leger dat elke camouflagepasta 35 procent

N,N-diethyl-meta-tolueenamide oftewel DEET bevat, om insecten uit de buurt te houden. Dat spul brandt ook erg goed. Lochhead heeft bedacht dat je dit kunt voorkomen door de DEET te encapsuleren in een polyacrylaat-hydrogel. Hij moet nog uitproberen of het zo nog wel insecten tegenhoudt, maar hij voldoet in elk geval aan de specificaties.

Momenteel worden de nieuwe kleuren door het leger uitgeprobeerd. Duidelijk is al dat ze, afhankelijk van de tint, de huid gedurende 10 tot 27 seconden beneden de 60 graden Celsius kunnen houden. De eis was 4 seconden, dus dat zit alvast goed.

bron: C&EN

Onderwerpen