Regelmatige consumptie van cola zorgt mogelijk voor zwakkere botten in vrouwen

Dagelijkse consumptie van coladranken lijdt tot een lagere bot mineraal dichtheid (BMD) in de heupen van vrouwen. Dit onderzoek is door Katherine Tucker en collega’s van de Tufts University in Boston, gepresenteerd in het American Journal of Clinical Nutrition. Het feit dat BMD verbonden wordt met het risico op botbreuken en de populariteit van cola maakt de resultaten van aanzienlijk belang voor de volksgezondheid, volgens de wetenschappers.

Tussen frisdranken in het algemeen en de hoogte van de BMD werd geen verband gezien. Maar een toename van de colaconsumptie zorgde wel voor een significante afname van de botdichtheid bij de deelneemsters. Dit effect werd gezien voor normale, dieet- en cafeïnevrije cola’s. Cola consumptie had geen effect op de mannen.

Cafeïne wordt gezien als een risicofactor voor osteoporosis. De resultaten lieten een sterkere reactie van de BMD zien op cafeïne bevattende cola’s, dan op cafeïnevrije cola’s. Ook bij cafeinevrije cola’s was er echter een verband te zien met een lage BMD. Coladranken bevatten verder fosforzuur. Eerder onderzoek heeft aangewezen dat het zuur mogelijk calciumabsorptie kan beperken en het afscheiden van het mineraal kan laten toenemen. Het precieze effect van fosforzuur op botverlies en de mechanismen die hierbij worden gebruikt, vereisen meer onderzoek volgens de wetenschappers.

In de studie, oorspronkelijk naar de botverdunnende ziekte osteoporosis, werd de BMD van 1413 vrouwen en 1125 mannen gemeten. De metingen werden met röntgen absorptiometrie gedaan bij de ruggengraat en op drie plekken in de heup. Er werd gekeken naar de hoeveelheid cola en andere koolzuurhoudende frisdranken die de deelnemers per week dronken. De coladranken werden onderverdeeld naar het feit of ze wel of geen suiker en cafeïne bevatten. De onderzoekers hielden verder rekening met factoren die de BMD kunnen beïnvloeden, zoals leeftijd, lengte, roken en de dagelijkse inname van alcohol, calcium en cafeïne.

bron: IOL, American Journal of Clinical Nutrition (vol. 84, blz.936)

Onderwerpen