Overheidssteun is mooi, maar voor succes op de lange termijn is meer nodig. Diverse buitenlanden hebben het al gemerkt.

Waar ter wereld je ook kijkt, overal blijkt biotechnologie vooral te gedijen op ondernemersgeest en maatschappelijke acceptatie. De miljarden, die overheden er in pompen, maken minder verschil dan de beleidsmakers zouden willen. Dat werd duidelijk tijdens een themadag, die onlangs werd georganiseerd door het netwerk van technisch-wetenschappelijk attachés (TWA’s) van het ministerie van EZ.

Internationaal elftal

De elf TWA’s vormen een uniek clubje. Ze houden kantoor op de ambassades in Parijs, Berlijn, Rome, Singapore, Tokio en Washington met een dependance in Silicon Valley hoe die locaties zijn uitgekozen, schijnt niemand overigens precies te weten.

De voornaamste taak is het helpen van Neder­landse ondernemers, die zaken willen doen in het desbetreffende buitenland. Een TWA beantwoordt vragen, levert nuttige adressen, trekt antecedenten na van lokale zakenpartners en houdt het technologiebeleid van het land in grote lijnen bij, dat laatste vooral ten behoeve van EZ zelf. Twee keer per jaar verdiept hij of zij zich in een specifieke branche, dit keer dus de biotechnologie, om daar tijdens een ‘terugkomdag’ op vaderlandse bodem verslag van te doen. Het levert op z’n minst een aardige vergelijking op van de manier waarop verschillende overheden tegen zo’n branche aankijken.

Cultuur

In het geval van de biotechnologie zit er inderdaad een hoop verschil in. Het ene uiterste is Italië, waar de regering-Berlusconi veel belooft maar bijzonder weinig doet. Daar staat Singapore tegenover, waar de overheid sinds een jaar of drie kosten nog moeite spaart om zo snel mogelijk een biotechindustrie uit de grond te stampen. Om het gebrek aan kennis aan te zuiveren worden bij buitenlandse universiteiten soms complete vakgroepen weggekocht.

Een biotech-utopia? De Singaporese TWA, Annoek van den Wijngaart, vraagt zich af of het daadwerkelijk vruchten gaat afwerpen. De lokale regering, democratisch gekozen maar met vergaande bevoegdheden, is waarschijnlijk als enige ter wereld in de positie om het beleid te voeren dat ze nu voert. Maar zelfs als ze voldoende wetenschappers weet te lokken, zal ze daarna moeite hebben om ondernemers te vinden die de fakkel willen overnemen. Die mensensoort wordt er in zo’n land immers als eerste uitgekweekt.

Elders is het effect van overheidssubsidies al even dubieus. In Japan is de overheid ook aan een inhaalslag begonnen. In het snelst vergrijzende land van de OESO moet biotech de bevolking langer gezond c.q. werkend houden. Maar volgens Philip Wijers en Erik Blomjous staat ook hier de cultuur in de weg. De Japanse farma-industrie is zo gesloten als een oester en houdt alle onderzoek het liefste binnenshuis. Een ander punt is dat de gemiddelde Japanner niet zo snel wegloopt bij de baas (of de universiteit) teneinde een eigen bedrijf te starten.

In Duitsland valt het effect van genereuze overheidssubsidies ook al tegen. Vanuit Nederland wordt daar vaak met scheve ogen naar gekeken. Maar terwijl er bij ons vorig jaar zeventien nieuwe biotechbedrijven bijkwamen, waren het er in het veel grotere Duitsland maar 25 - en tegelijk gingen er 26 failliet.

Omgekeerd levert Italië het bewijs dat het zonder serieuze overheidssteun wél goed kan gaan. Volgens TWA Dolly Benedetti-van Mierlo kent het land een bloeiende biotechbedrijvenpopulatie met 4700 werknemers en een jaaromzet van 1,1 miljard euro. Voor een buitenstaander is het alleen uiterst moeilijk om de adressen van die bedrijven bij elkaar te zoeken. Want ze hebben daar óók geen ministerie van EZ dat reclamefolders voor ze drukt.

Taxfree.

Hoe het wel zou moeten, kun je zien in de Verenigde Staten. Ook daar steekt de overheid grote bedragen in de biotechnologie. Maar daarbij kan ze rekenen op een ongeëvenaarde ondernemersgeest (ex-ambassadrice Cynthia Schneider ziet zelfs in de bioterroristische dreiging nog kansen voor een ‘biodefense industry’) én op een bevolking die letterlijk alle genetische modificaties slikt, zolang Homo sapiens zelf ongemoeid wordt gelaten.

Die voorsprong is niet in te halen. Zo maakbaar is geen enkele samenleving. Het lijkt er op dat de Franse overheid dat als eerste heeft begrepen. Die is drastisch aan het snijden in de onderzoeksbudgetten, maar werkt tegelijk aan een plan om startende bedrijven vrijwel geen belasting meer te laten betalen. Als dat niet helpt, helpt niets.

www.technieuws.org

Onderwerpen