De productie van bio-ethanol uit landbouwafval komt dichterbij. De Delftse wetenschapper Marko Kuyper promoveerde op 6 juni op de vergisting van moeilijk afbreekbare suikers met een genetisch gemodificeerde bakkersgist.

De bakkersgist die dr. Marko Kuyper gebruikte, dankt zijn speciale kwaliteiten aan een schimmel die floreert in de darmen van olifanten. De schimmel helpt de olifant met het afbreken van xylose, een moeilijk afbreekbare suiker die in veel gewassen zit opgeslagen. Het landzoogdier haalt zo voldoende voedingsstoffen uit zijn vegetarische dieet.

Onderzoekers van de Radboud Universiteit Nijmegen zagen het nut van de schimmel en isoleerden het organisme uit olifantenmest. Vervolgens hebben Delftse wetenschappers het stukje erfelijk materiaal, het gen, dat verantwoordelijk is voor de afbraak van xylose, in de bakkersgist ingebouwd. Zo ontstond een gist die alcohol uit xylose kan maken. De productie van bio-ethanol uit bijvoorbeeld stro en maïsloof komt daarmee een stuk dichterbij. Kuyper: ‘Op die manier kun je landbouwgrond efficiënter gebruiken en de competitie van brandstofproductie met voedselvoorziening voorkomen.’

De nieuwbakken doctor demonstreerde voor zijn promotie dat de genetisch gemodificeerde gist ook daadwerkelijk xylose fermenteert. ‘We zijn echter nog steeds op zoek naar een efficiënte manier om de suikers vrij te maken uit landbouwafval. Nu doen we dat met zure hydrolyse, maar het resulterende mengsel is te zout en zuur voor de bakkersgist’, zegt hij.

Nedalco heeft inmiddels wel al patent op het gebruik van het genetisch gemodificeerde giststam. Een tweede aanvraag, gedeeld met de TU Delft, loopt nog. De universiteit werkt samen met Nedalco en BIRD Engineering aan de industriële implementatie van het proces. ‘Het duurt naar mijn idee geen jaar meer voordat de productie van start gaat’, voorspelt Kuyper.

Het feit dat het productieorganisme genetisch is gemodificeerd levert volgens hem geen grote moeilijkheden op. ‘Het vergt extra aandacht, maar als je het gist goed kunt afdoden na de productie is er geen probleem. En de industriële partijen die zijn geïnteresseerd in de fermentatie, zijn daar zonder meer toe in staat’, aldus de Delftse wetenschapper.