Regelgeving rond ontplofbare stoffen rammelt aan alle kanten
De Nederlandse regelgeving op het gebied van ontplofbare stoffen is versnipperd, onoverzichtelijk, moeilijk toegankelijk en onvolledig, en laat zich adequaat omschrijven als een ‘niet-dekkende lappendeken’. Met name bij het wegtransport leidt dit tot ongewenste situaties, zo concludeert de Adviesraad Gevaarlijke Stoffen (AGS) in een tamelijk verontrustend advies dat dinsdag aan minister Cramer (VROM) is aangeboden.Vooral de regels met betrekking tot transport, overslag en opslag rammelen en sluiten slecht op elkaar aan, zo meldt de AGS. Het gevolg is bijvoorbeeld dat een vrachtauto vol ontplofbare stoffen rondjes moet gaan rijden in de buurt van een haventerrein of op een openbare parkeerplaats moet gaan staan: op dat haventerrein mag hij maar drie uur blijven, maar buiten de poort gelden geen regels.
Ook worden ontplofbare stoffen soms opgeslagen in vervoermiddelen omdat er geen vaste opslagplaats beschikbaar is die aan de regels voldoet.
Merkwaardig is ook dat voor vuurwerk vaak andere regels gelden dan voor industriële chemicaliën die net zo hard kunnen knallen. Het ministerie van Defensie houdt er wéér andere regels op na.
De AGS spreekt tevens de vrees uit dat kennis op het gebied van ontplofbare stoffen langzaam uit Nederland verdwijnt, omdat zulke stoffen hier nauwelijks meer worden geproduceerd.
De AGS moest eigenlijk alleen advies uitbrengen over een nieuwe richtlijn over bewaring van springstoffen (dat is de subcategorie die ook echt bedoeld is om te ontploffen) en ontstekingsmiddelen. In de oriëntatiefase stuitte ze echter op een dusdanig grote regeltechnische puinhoop dat ze het beter vond om naar álle aspecten van álle ontplofbare stoffen te kijken.
Het advies aan de overheid is nu om de gehele keten van productie, transport, opslag en wederverkoop goed in kaart te brengen, een kaderwet te overwegen, een adequate risicobenadering te hanteren ‘ter verhoging van het veiligheidsdenken’, het gebruik van veiligheidsmanagementsystemen te bevorderen en last but not least het kennisniveau te verhogen, bijvoorbeeld door alle betrokkenen verplicht op cursus te sturen.
bron: AGS
Nog geen opmerkingen