Onder mosselen en aanverwante schelpdieren is besmettelijke kanker heel normaal. Het kan zelfs overspringen van de ene naar de andere soort, meldt Nature.

Tot voor kort werd aangenomen dat zoiets een grote zeldzaamheid was. Toen het vorig jaar voor het eerst werd bewezen bij een schelpdiersoort, de strandgaper, was dat wereldnieuws. Er waren immers slechts twee andere diersoorten bekend die soortgenoten met kanker kunnen besmetten: de Tasmaanse duivel en de hond.

Een Spaans-Amerikaans team heeft nu echter aangetoond datbesmetting met disseminated neoplasia, een leukemie-achtige vorm van kanker, ook voorkomt bij de mosselsoort Mytilus trossulus, de kokkel (Cerastoderma edule) en de gouden tapijtschelp (Polititapes aureus)

Dat het gaat om besmetting van buitenaf kun je zien aan het DNA van de tumoren: dat is telkens hetzelfde en wijkt af van dat van het omringende schelpdier. Het lijkt er sterk op dat één exemplaar kankercellen rond sproeit en er zijn soortgenoten mee aansteekt.

De tapijtschelpen maken het nog bonter: in die tumoren werd DNA aangetroffen dat niet van P. aureus was maar van Venerupis corrugata, een verwante soort die in hetzelfde gebied leeft. Van die soort is trouwens nog nooit een exemplaar gevonden dat zelf leukemie had.

Bij schelpdieren komt die leukemie vrij algemeen voor, maar sommige soorten zijn er veel gevoeliger voor dan andere. De volgende vraag is of het altijd via besmetting gaat, en hoe het komt dat schelpdieren er zo’n beetje als enigen overgevoelig voor zijn.

bron: Nature