Fosforproducent Thermphos ziet zich gedwongen het milieu zwaarder te belasten dan nodig is. Met dank aan het Europese afvalstoffenbeleid. Waar zijn de Brusselse regelgevers mee bezig? En wat is beter: protesteren of op een creatieve manier het spelletje meespelen?

Kent u Thermphos in Vlissingen-Oost? Een verzelfstandigd onderdeel van het voormalige Hoechst-concern dat fosfor, fosforzuur en diverse gespecialiseerde fosfaten produceert. Binnen het bedrijf leeft het besef dat je met een dergelijk portfolio beter extra je best kunt doen om de samenleving te vriend te houden. Als het even kan, gebruikt men daarom fosforhoudende afvalstoffen als grondstof, om zo de fosforkringloop zo veel mogelijk te sluiten.

Hoewel, afvalstoffen? “Onze producten worden verwerkt in voedingsmiddelen, dus willen we eigenlijk geen afval gebruiken”, vertelt Joop van den Bremen, tot voor kort milieu- en veiligheidscoördinator bij Thermphos. “De consument wil zeker zijn dat een product veilig is. Dus als je zegt dat je afvalstoffen gebruikt, dan is het niet goed. En we willen niet in een afvalaffaire terechtkomen waarbij we wel gelijk krijgen van de rechter, maar pas nadat de verkeerde dingen in de kranten hebben gestaan.”

De oplossing is om de afvalstoffen officieel als grondstof gedefinieerd te krijgen. En dan komt een fascinerend stukje Europese regelgeving om de hoek kijken, zo bleek onlangs tijdens een symposium ter gelegenheid van Van den Bremens afscheid. Onderwerp van discussie was het 99 procent zuivere fosforzuur dat Thermphos levert aan een Duits bedrijf, om er aluminium mee te beitsen. Op een gegeven moment raakt dat zuur uitgewerkt en het ligt voor de hand om het dan naar Vlissingen terug te sturen voor hergebruik. Het is immers een veel schonere bron van fosfor dan ‘vers’ fosfaaterts, waar het hele periodiek systeem doorheen pleegt te zitten. In het gebruikte zuur zitten geen zware metalen, alleen een paar procent aluminium. Dat kan weinig kwaad en volgens de operators van Thermphos gaat het productieproces er op mysterieuze wijze nog beter door draaien ook. Bovendien bestaat het alternatief uit neutraliseren van het gebruikte zuur met kalk, om het daarna te storten. Bij Van den Bremen ligt een formele vergelijking van de milieu-effecten ter inzage, uitgevoerd met de schaduwprijsmethodiek van het Delftse adviesbureau CE. Maar dat recyclen verreweg de beste optie is, kun je zo ook wel zien.

Jarenlang nam Thermphos het zuur inderdaad terug. Vrom leverde er een ‘nvt-verklaring’ bij, wat inhield dat het officieel geen afval was. Maar vanaf 1 juli 2002 bleek dat ineens niet meer te kunnen. En vorig jaar heeft ambtelijk onderzoek uitgewezen dat het retourzuur volgens de Europese regelgeving wél afval is en zeker géén grondstof.

Beoogde producten

Hoe kan dat? Tijdens het symposium laat Vrom’s hoogste milieuambtenaar, directeur-generaal Hans van der Vlist, doorschemeren dat zijn mensen ook niet altijd precies weten wat Brussel bedoelt. En hij geeft toe dat het vanuit Thermphos geredeneerd “belachelijk” is dat het gebruikte zuur niet meer mag worden ingezet als grondstof. “Maar door uitspraken van het Europese Hof wordt steeds duidelijker hoe we de afvalregelgeving moeten interpreteren. En wij hebben niet de neiging om interpretaties lang overeind te houden die in Brussel worden ondergeschoffeld.”

Volgens hem draait het Brusselse denken om het verschil tussen bedoeld en onbedoeld. “Als je stoffen onbedoeld laat uitstromen, dan is het afval. Als je stuurt op aard, samenstelling of kwaliteit, dan is het geen afvalstof. Binnenbekleding van sloopauto’s, die wordt versnipperd om als strooisel te dienen in de paardrijbakken van maneges, is afval. Kokkelschelpen, die om hygiënische redenen worden bewerkt met een chemische stof, zijn na die behandeling géén afval maar een ‘beoogd product’, zoals dat in de regelgeving heet.”

Vervolgens mag Dorette Corbey, lid van het Europese Parlement voor de PvdA, uitleggen hoe dit soort regelgeving tot stand komt. Een pr-verhaal wordt het bepaald niet. Volgens Corbey zijn de klachten vanuit de industrie over de manier waarop Brussel milieumaatregel op milieumaatregel stapelt, volkomen terecht: “Al die richtlijnen, kunt u het allemaal nog volgen? Nee? Zeg maar gerust. Ik eerlijk gezegd ook niet. De milieuwetgeving spreekt vaak zichzelf tegen. Neem de glasindustrie. In een verpakking mogen geen gevaarlijke stoffen zitten, maar we willen ook dat glas wordt gerecycled. In sommige soorten glas, zoals ovenschalen, zit lood. Dat is er moeilijk uit te halen. Je zult dus enige soepelheid moeten betrachten, anders gaat het niet.”

Corbey stelt dat de Europese beleidsmakers te veel denken in regels en regeltjes. Op die manier is afvalrecycling verworden tot een dogma: “Leg er een levenscyclusanalyse naast, dan zie je vaak dat je het beter kunt verbranden. Zeker als je het over grote afstanden moet transporteren. Het heeft geen zin om het laatste lege blikje uit het noorden van Finland te halen.” Zelf zou ze liever meer aandacht zien voor het voorkómen dat afval ontstaat. “De milieubeweging stelt voor: twintig procent in 2010. Zelf ben ik geen voorstander van zulke harde doeleinden, dan gaat de industrie enkel zware metalen vervangen door lichtere. Maar afvalpreventie is goed.”

Een meerderheid van de parlementariërs is het daarmee eens. Maar of het iets uithaalt? “De Europese Commissie heeft toegezegd te zullen kijken of ze er iets mee kunnen doen.” En later, tijdens de koffie, geeft ze toe dat het Europees Parlement niet bij machte is om de Brusselse ambtenaren afdoende te controleren. De fracties zijn sowieso al te klein om kritisch naar alle beleidsplannen te kunnen kijken. Bovendien treden ze niet echt naar buiten als een team: voor velen ligt de prioriteit bij pogingen om het Europese beleid in overeenstemming te brengen met de belangen van het eigen vaderland. Met als gevolg dat de beleidsmakers in de praktijk bitter weinig last van de democratie hebben.

Gewoon, doen

Zodat er voor de industrie weinig anders op zit dan de regels voor lief nemen en er een beetje omheen laveren. Bij de Reststoffenunie hebben ze dat goed begrepen. Deze organisatie van de waterleidingbedrijven coördineert de verwerking van reststoffen uit waterzuiveringsinstallaties, voornamelijk ten behoeve van de bouwsector. “Mijn vader zei altijd: je moet niet kankeren op de overheid want dat werkt tegen je. Je moet met ze meewerken”, stelt directeur Jan Geu ter Wolde. Zijn medewerking komt erop neer dat hij de reststoffenstroom zo strak regisseert, dat de ambtenaren het afval mogen kwalificeren als beoogd product. “We blenden verschillende afvalstoffen ten behoeve van verschillende afnemers. Niet om de slechte eigenschappen te egaliseren, maar op basis van specificaties.”Met de afnemers worden bovendien vaste contracten gesloten die garanderen dat de afvalstroom goed terechtkomt. “We hebben al achttien grondstoffenverklaringen binnen. Joop, het kan.”

Ook Tjeu van Mierlo, van de Zeeuwse Milieufederatie, vindt dat Thermphos niet moet zeuren. Het liefst zou hij zien dat de Duitsers milieuvriendelijk natriumcitraat gaan gebruiken in plaats van fosforzuur. En als dat geen optie is, wat is er dan op tegen om gewoon een afvalstofvergunning aan te vragen? “Joops argument dat hij niet geafficheerd wil worden met afval, vind ik nogal flauw. Zet het in de etalage. Laat zien dat je een leuk product hebt. Communiceer met je afnemers, want die willen óók duurzaam. Het zuur in Duitsland laten storten is een grotere deuk in het imago van Thermphos!”

Slim zijn

Zowel Corbey als Van der Vlist laten doorschemeren dat Thermphos inderdaad gewoon die afvalvergunning zal moeten aanvragen. Aanpassing van de Europese regelgeving zit er niet in. Thermphos-directeur Rob de Ruiter is het er niet mee eens. Hij legt maar weer eens uit dat de termen ‘afvalhergebruik’ en ‘veilig product’ marketingtechnisch onverenigbaar zijn. “Mensen leggen die link niet.” Als hij het geen afval mag noemen, laat de overheid het dan ook niet doen. “Dan is het probleem opgelost en het milieu de grote winnaar.”

Maar Van der Vlist heeft nog wel een andere oplossing. “Gedogen kan in dit kader zomaar niet. Vaak kun je beter iets slims verzinnen.” Waarna hij doodleuk begint uit te leggen dat Thermphos maar een virtueel bedrijfje moet opzetten dat het afvalzuur onder een andere naam opwaardeert tot grondstof. Lang leve Europa.

Onderwerpen