“Ze hebben ons het vuur na aan de schenen gelegd, de twintig topspecialisten van Johns Hopkins die op onze presentatie waren afgekomen”, vertelt Bastiaan van der Baan. Begin vorig jaar stuurde hij als vice-president commercial operations van Agendia een brief naar het prestigieuze Amerikaanse academisch ziekenhuisnmet de vraag of zijn bedrijf MammaPrint mocht komen toelichten. Deze DNA-chip laat op basis van de activiteit van zeventig genen zien of borsttumorcellen wel of niet in staat zijn zich uit te zaaien.

“Uit de diepgravende vragen kon je opmaken dat de aanwezige medische specialisten zich heel goed hadden ingelezen in onze technologie en werkwijze. Maar we konden alle kritische vragen goed beantwoorden en het is mooi om nu de eerste monsters van Johns Hopkins in ons lab te zien binnenkomen voor analyse”, vertelt Van der Baan.

De uitslag van MammaPrint kan een derde van de patiënten na een operatie vrijwaren van chemotherapie en alle zware bijwerkingen die daarbij horen. Het Amsterdamse Agendia, dat Van der Baan heeft helpen grootmaken, doet momenteel in 1 jaar enkele duizenden analyses met MammaPrint. “Het is mooi dat de behandelstrategie voor duizenden vrouwen nu deels op ons werk wordt gebaseerd”, stelt Van der Baan. Hij formuleert voorzichtig, bijna diplomatiek. Gewend om met ‘gezond kritische’ gesprekspartners als medici en zorgverzekeraars aan tafel te zitten.

De potentiële markt voor het eerste product van Agendia, spin-off van het Nederlands Kankerinstituut (NKI), is enorm. Hun test is naar eigen zeggen geschikt voor de helft van de borstkankerpatiënten, oftewel jaarlijks 200.000 vrouwen in de VS en Europa. Als het lukt om in de toekomst elk jaar zoveel tests à 2.675 euro te doen, ligt er een enorme jaarlijkse omzet van maar liefst 500 miljoen euro in het verschiet. Er is echter wel een Amerikaanse concurrent die hetzelfde probeert te bereiken met een test met andere genen.

Dollartekens

Ondanks die grote markt zie je geen dollartekens in de ogen van de voormalige Unilever-trainee. Winst maken is op dit moment ook nog niet aan de orde. En hoeveel er tot nu toe in totaal is geïnvesteerd, houdt het bedrijf geheim. Wel openbaar is het bedrag uit de laatste financieringsronde. “De 25 miljoen die we 2 jaar geleden hebben opgehaald, gaan nog wel even mee.”

Zelf kwam de Wageningse moleculair wetenschapper bij Agendia in dienst toen er alleen nog maar onderzoeksresultaten lagen en er slechts zeven mensen werkten. De afgelopen 5 jaar maakte hij het allemaal mee: de productontwikkeling, de goedkeuring door de Amerikaanse farmawaakhond FDA, de marktintroductie in Japan, Korea, de VS en negen Europese landen, de lobby om vergoeding te regelen voor patiënten en de groei van het bedrijf naar zo’n 75 medewerkers.

Om voet aan de grond te krijgen is Van der Baan een derde van zijn tijd op pad in de twaalf landen waar Agendia eigen verkoopkantoren of strategische partners heeft. “Tot voor kort leek het voor mij wel of de VS alleen uit vliegvelden, ziekenhuizen en hotels bestond.”

Je hebt voor Agendia gekozen in een tijd dat er uit veel hoeken kritiek kwam.

“In 2004 was er nog discussie over de reproduceerbaarheid van DNA-chips. Toen kwam ik ook al bij artsen. Daarna was de vraag of onze statistiek wel klopte en weer later werd de keuze van onze zeventig genen kritisch bekeken. Toch had ik meteen al het idee: wie veel kritiek krijgt, doet iets wat van belang is. We hebben alle kritiek altijd kunnen weerleggen en de bewijsvoering is in de loop der jaren alleen maar sterker geworden.

Nu is het belangrijkste discussiepunt: moet je onze test bij alle borstkankerpatiënten toepassen? Ik vind van wel, maar niet iedereen is dat met me eens. Het is gelukkig een heel andere discussie dan in het begin. Artsen zijn altijd kritisch gebleven, maar geloven inmiddels wel steeds meer in onze aanpak.”

Waarom is het zo lastig om verzekeraars te overtuigen? De besparingen op het gebied van chemotherapie wegen toch ruimschoots op tegen de kosten van de tests?

“De kosten en de baten zitten niet in dezelfde pot. Nu betalen ziekenhuizen de kosten, terwijl de voordelen bij de zorgverzekeraars en bij de overheid liggen. Zorgverzekeraars sparen een dure behandeling uit en de overheid bespaart op ziektewetuitkeringen. Vrouwen die geen onnodige chemotherapie krijgen, hoeven zich minder lang ziek te melden bij hun baas.”

Kan de overheid, die haar mond vol heeft van innovatie, hier dan niet ingrijpen?

“De Nederlandse overheid heeft de intentie om innovaties, mits goed gevalideerd, sneller bij de patiënt brengen. Het is echter zo complex en nieuw wat we doen, dat het veel tijd kost om alle betrokkenen goed te informeren en te overtuigen. In Nederland gaat dat dan niet alleen om mensen bij de ministeries van VWS en EZ, maar ook om de Nederlandse zorgautoriteit en het College voor zorgverzekeringen. Persoonlijk vind ik het een grote uitdaging om uit te zoeken aan welke touwtjes je moet trekken om het hele systeem in beweging te krijgen.”

Zijn er al zorgverzekeraars die jullie test vergoeden?

“Een derde van de verzekeraars vergoedt het op individuele basis. Dat betekent dat ze elke aanvraag van een patiënt op individuele basis beoordelen. Soms neemt ook het ziekenhuis de kosten op zich.”

Wat is de kracht van MammaPrint?

“We bekijken meerdere biomarkers, maar geven maar één antwoord. Met een algoritme wegen we het effect van de zeventig verschillende genen op onze DNA-chip. De activiteit van die genen geeft een antwoord op de vraag of een tumorcel in staat is zich uit te zaaien; of hij daar de toolbox voor in huis heeft. Het is namelijk niet niks om je als cel los te maken uit de borst, via de bloedbaan naar bijvoorbeeld de lever te gaan en je daar te nestelen en te hergroeperen.

Op de dag van de eerste publicatie over onze test was nog maar van de helft van die zeventig genen de functie bekend. Deze genen zijn opgespoord door statistische verbanden te leggen tussen genactiviteit en daadwerkelijk ziekteverloop via patiëntgegevens en monsters uit de tumorbank van het NKI. Veel usual suspects zaten er niet bij, maar wel genen uit dezelfde pathways. Blijkbaar waren die onbekende genen informatiever voor het voorspellen of een tumor zich zal uitzaaien dan de destijds bekende boosdoeners.”

Zijn alle onbekende genen inmiddels opgehelderd?

“Nee, maar we zien wel regelmatig publicaties voorbijkomen waarin wordt aangetoond dat weer een van onze zeventig genen inderdaad bij metastase betrokken is. Van het gen met de krachtigste diagnostische waarde is echter nog steeds de functie niet gepubliceerd.”

Wat is je persoonlijke drijfveer?

“Bij Unichema heb ik 5 jaar in de oliën en vetten gewerkt en qua innovatie was de rek er toen behoorlijk uit. Dan krijg je in een bedrijf een heel andere dynamiek; dan richt bijna alles zich op het stroomlijnen van de kosten en de logistiek.

Nu werk ik met een mooie innovatie en wil ik ervoor zorgen dat patiënten zorgeloos toegang krijgen tot onze tests. Zo zijn we de medische zorg een klein beetje aan het verbeteren. We krijgen hier mailtjes van patiënten die enorm tegen een chemokuur opzagen en door onze test uiteindelijk geen chemokuur hoefden te ondergaan. Dat levert veel voldoening. En onlangs vertelde een jongen uit het lab aan zijn tandarts over zijn werk. De vrouw van de tandarts stond aan de vooravond van een chemo therapiebehandeling en een week later lag haar monster bij ons in het lab.”

Heb je nog veel aan het managementtraineeprogramma dat je bij Unilever volgde?

“Ja, dat programma is heel goed opgezet en was voor mij heel leerzaam. Zo’n groot bedrijf heeft daar veel ervaring mee en dat merk je. Ik heb gezien hoe je een groot bedrijf goed kan organiseren. Dat is handig nu Agendia flink groeit, om te weten hoe je een bedrijf uiteindelijk moet organiseren.”

Jullie werken nu aan nieuwe tests, bijvoorbeeld op het gebied van darmkanker. Zal de introductie van nieuwe tests makkelijker gaan?

“Ik denk het wel. Het is een groot voordeel dat het concept de markt al een keer heeft gehaald en is geaccepteerd door medische specialisten. Uiteraard bepaalt de kracht van je wetenschappelijke publicaties hoe snel het wordt geaccepteerd. Als die bij een volgende test net zo krachtig zijn als bij MammaPrint, dan slaan we zo 3 jaar discussie over.

Maar ik kom uit een commerciële omgeving. Iets wat goed is, wil je snel uitrollen. Mij gaat het eigenlijk allemaal niet snel genoeg.”

FEITELIJK

Bastiaan van der Baan

1990-1996 opleiding moleculaire wetenschappen, Wageningen Universiteit

1997-1998 managementtrainee bij Unilever/Unichema

1998-2001 salesmanager Benelux/Scandinavie, later Duitsland, bij Unichema

2001-2003 business developer bij het Amsterdams biotechbedrijf Kreatech

2004-heden eerst business developer, later vice-president commercial operations bij Agendia

Bron: C2W Life Sciences 9, 2 mei 2009

Onderwerpen