Aan bepaalde fragmenten van het DNA van de malariaparasiet kun je aflezen uit welke regio hij komt. Dat vergemakkelijkt de bestrijding, denken onderzoekers van de London School of Hygiene & Tropical Medicine.

In Nature Communications melden ze dat ze DNA hebben gesequenst uit de mitochondriën en apicoplasten van 711 malariaparasieten (Plasmodium falciparum), afkomstig uit 14 landen in West- en Oost-Afrika, Zuidoost-Azië, Oceanië en Zuid-Amerika. Ze concluderen daaruit dat dit DNA per regio zo goed als onveranderlijk is, maar dat er tussen de regio’s heel duidelijke verschillen bestaan.

Uit die verschillen hebben ze een ‘barcode’ samengesteld van 23 ‘single nucleotide polymorphisms(genetische variaties ter grootte van één basenpaar) waaruit je de herkomst met 92 procent zekerheid kunt afleiden. Bij een nieuwe uitbraak kun je zo heel snel achterhalen waar hij vandaan komt; op die plek behoeft de malariabestrijding kennelijk verbetering. Bovendien weet je dan welke mate van resistentie tegen geneesmiddelen je mag verwachten.

Bij eerder onderzoek werd naar het DNA uit de celkern gekeken. Dat bleek echter veel te veranderlijk om er conclusies aan te verbinden. Het DNA uit de organellen, dat alleen via de vrouwelijke lijn wordt doorgegeven, is zoals verwacht een stuk stabieler.

De onderzoekers zijn nu bezig hun databank uit te breiden met malariaparasieten uit zuidelijk Afrika, Midden- Amerika, het Caribisch gebied en India.

bron: London School of Hygiene & Tropical Medicine

Onderwerpen