Universele virus- en toxinescanner werkt met cocktail van antilichamen, gelabeld met gestreepte nanodraadjes.

Het Britse bedrijf Oxonica heeft een methode ontwikkeld om metalen nanodraadjes te maken, waar een barcode in verwerkt zit. Onderzoekers van het Lawrence Livermore-lab in de VS gebruiken deze draadjes om antilichamen te labelen. Zo hopen ze een handscanner te kunnen bouwen die ‘in het veld’ (of op het vliegveld) een groot aantal infectieziektes en biowapens uit elkaar kan houden, zo melden ze in Angewandte Chemie.

 

De draadjes ontstaan door elektrochemische depositie van metalen in de cilindrische poriën van keramisch materiaal, bijvoorbeed alumina. Die techniek is niet nieuw. Wél nieuw is dat afwisselend laagjes goud en zilver worden opgedampt. Zo ontstaat een soort streepjescode van edelmetaal.

 

Eventueel kunnen de uiteinden van de draadjes worden voorzien van een stukje nikkel. Da tmaakt het mogelijk om ze met magneten uit een vloeistof te halen.

 

Aan de draadjes worden antilichamen gehecht tegen de pathogenen, waarop men wil testen. Elk type antilichaam krijgt een draadje mee met een unieke barcode.

 

De handscanner gebruikt een mengsel van al deze antilichamen voor een zogeheten sandwich-immunoassay. Zijn er virussen of toxines aanwezig, dan hechten alleen de daarvoor specifieke antilichamen zich er aan, met barcode en al. Die barcodes zijn gemakkelijk te herkennen aan hun reflectiepatroon, en zo weet je precies met welke pathogenen je te maken hebt.

 

De onderzoekers hebben het met succes uitgeprobeerd in het lab, met onschuldige modelstoffen. Onbekend is hoe ver ze nog af zijn van een werkend scannerprototype.

 

bron: persberichten Lawrence Livermore-lab en John Wiley

Onderwerpen