De BP-raffinaderij in Texas City was zo onveilig dat het personeel bang was om naar het werk te gaan. Dat blijkt uit een intern rapport waarop de Financial Times de hand heeft weten te leggen.

Begin vorig jaar had bij de raffinaderij een enorme explosie plaats, waarbij vijftien doden en naar schatting vijfhonderd gewonden vielen. Het rapport dateert van twee maanden eerder. De advocaten van de slachtoffers concluderen hieruit dat het management wist dat de fabriek onveilig was maar er niets aan heeft gedaan.

Het 338 pagina’s tellende rapport werd opgesteld door een lokaal adviesbureau, genaamd Telos, dat er meer dan 100 BP-werknemers voor interviewde. Opdrachtgever was site manager Don Parus, die zich zorgen maakte over het feit dat er gemddeld eens in de achttien maanden een dode viel op het terrein.

De conclusies waren schokkend. Werknemers verklaarden dat voor BP ‘geld verdienen’ op de eerste plaats kwam en ‘mensen’ op de laatste plaats. Onderhoudswerkzaamheden en reparaties werden uitgesteld, zodat apparatuur soms in een ‘gevaarlijk slechte’ onderhoudstoestand verkeerde. Maar bijna-ongelukken werden verzwegen omdat betrokkenen bang waren om zwaar op hun donder te krijgen.

“De historie van niet willen investeren, gekoppeld aan de BP-cultuur waarbij het management zo vaak wisselt dat niemand meer op leiderschap kan worden afgerekend, maken BP Texas City rijp voor een serie catastrofale gebeurtenissen”, aldus het rapport.

Na de explosie heeft de US Chemical Safety and Hazard Investigation Board (CSB) de veiligheidscultuur in Texas City eveneens onderzocht. De conclusies waren eveneens vernietigend.

Volgens een woordvoerder van BP heeft het concern inmiddels wereldwijd de veiligheidstiestand onderzocht en nergens ‘Texaanse toestanden’ aangetroffen. Maar volgens de Financial Times klaagt BP-personeel in Alaska ook al vier jaar dat de boel onveilig s. Daar is het uitgemond in een serie lekken van oliepijpleidingen, met ernstige gevolgen voor het milieu.

bron: FT.com, 17 april 2006

Onderwerpen