Poolijs-microbe te klein voor gebruikelijke filters

Om buitenaards leven op te sporen kunnen laboratoria beter eerst hun filters vervangen. Goede kans dat anders de exobacteriën er doorheen glippen, zo stelt Jennifer Loveland-Curtze (Penn State University) in het International Journal of Systematic and Evolutionary Microbiology.

In de publicatie wordt de bacterie Herminiimonas glaciei beschreven. Deze soort leeft in het Groenlandse pakijs, 3.042 meter onder de oppervlakte, en waarschijnlijk houdt hij het daar al minstens 120.000 jaar uit.

Overdreven actief is de bacterie niet: pas na 7 maanden kweken bij 2 graden Celsius en nog eens 4,5 maanden bij 5 graden was enige kolonievorming in de petrischaaltjes te zien.

Volgens Loveland-Curtze en collega’s staan dergelijke bacteriën model voor wat je mogelijk op andere planeten zou kunnen aantreffen: 56 graden onder nul, weinig zuurstof en voedingsstoffen, hoge druk en weinig ruimte. Voordeel van zulke omstandigheden is wel dat je genetische materiaal vrijwel onbeperkt goed blijft.

Maar dát H.glaciei deze omstandigheden verleeft komt onder meer doordat hij zelfs voor een bacterie uiterst klein is: 10 tot 50 keer kleiner dan de gemiddelde E.coli. De onderzoekers vermoeden dat zulke ultramicrobacteriën in het kleine beetje vloeibaar water tussen de ijskristallen passen.

Maar het suggereert ook dat de gebruikelijke 0,2 micron-filters, die bijvoorbeeld dienen om vloeistoffen te steriliseren, de kleinere exemplaren van deze soort niet tegenhouden. Bij H. glaciei is dat niet zo’n probleem, maar hetzelfde zou volgens Loveland-Curtze net zo goed kunnen gebeuren met andere ultramicrobacteriën die wél pathogeen zijn.

bron: Society for General Microbiology


Onderwerpen