Een kankertherapie die gebruikt maakt van de bacterie Clostridium sporogenes die zich huisvest in het binnenste van een kwaadaardige tumor zal in 2013 aan zijn klinische test beginnen. Dat maakten de betrokken onderzoekers van de University of Nottingham en de Universiteit van Maastricht bekend op de herfstconferentie van de Britse Society for General Microbiology.
De C. sporogenes gedijt onder anaërobe omstandigheden en is juist daardoor geschikt voor het bestrijden van vaste tumoren. Als sporen van deze bacterie geïnjecteerd worden bij een patiënt zullen deze enkel groeien in het centrum van vaste tumoren die bekend staan om hun gebrek aan zuurstof. Terplekke produceert de bacterie een enzym dat een inactief molecuul (een prodrug) dat apart bij de patiënt geïnjecteerd wordt, omzet in zijn actieve vorm. Het geactiveerde kankermedicijn zal vervolgens de cellen in zijn nabije omgeving, de tumor, uitschakelen en daarbij zo min mogelijk gezonde cellen kapot maken, zo is de gedachte.
Onderzoekers Philippe Lambin, Jan Theys (beiden Universiteit van Maastricht) en Nigel Minton (University of Nottingham) waren in staat om een therapeutisch gen voor een verbeterde versie van het enzym in het DNA van C. sporogenes aan te brengen. Niet alleen kan hierdoor het enzym in vijf keer zo grote hoeveelheden geproduceerd worden, ook zet de verbeterde versie van het enzym de prodrug efficiënter om.
Deze nieuwe ontwikkelingen maken een eerste klinische test mogelijk die nu gepland staat voor 2013. De fase 1 test zal werken met uitbehandelde patiënten met vaste tumoren en dient om een veilige dosering vast te stellen. De studie zal geleid worden door Philippe Lambin en Jan Theys en wordt gefinancieerd door ZonMW. In een vervolgstudie zal gekeken worden naar het anti-tumoreffect van de therapie. Hiervoor worden uitbehandelde patiënten gebruikt die specifieke vaste tumoren hebben die necrotisch en/of hypoxisch zijn.
Net gisteren maakte KWF Kankerbestrijding bekend dat het aantal nieuwe gevallen van kanker stijgt met 40% naar 123.000 per jaar in 2020. Dit valt vooral te wijten aan de vergrijzing, maar ook aan vroegdiagnostiek. Wie weet kan C. sporogenes in de nabije toekomst helpen het aantal doden onder kankerpatiënten naar beneden te brengen.
Nog geen opmerkingen