Er zit argonhydride in de Krabnevel. Daarmee is argon het eerste edelgas waarvan een verbinding is aangetoond in de interstellaire ruimte, meldt een internationaal gezelschap van astrochemici deze week in Science.

Die Krabnevel is het restant van een ster die Chinese astronomen live zagen ontploffen in 1054 na Christus. In feite trad die ‘supernova’ 7.500 jaar geleden op, maar het licht deed er 6.500 jaar over om ons te bereiken. Wat we nu dus zien is de nasleep van de explosie, op een moment dat de gaswolk nog tamelijk vers was.

Met de Fouriertransformatie-spectrometer (FTS) van SPIRE, een van de instrumenten aan boord van de Herschel-ruimtetelescoop, werden in sommige delen van die wolk twee intense spectraalijnen (bij 617,5 en 1.234,6 GHz) waargenomen die men op het eerste gezicht niet kon thuisbrengen.

Spitwerk in de beschikbare databases leerde dat het om 36ArH+ moest gaan, een behoorlijk exotische verbinding gezien de moeite die edelgassen plegen te hebben om überhaupt ergens mee te reageren. Argon-36 is op Aarde trouwens heel zeldzaam; wat je hier meestal vindt is het zwaardere argon-40, afkomstig uit verval van kaliumisotopen in gesteente.

Berekeningen achteraf hebben geleerd dat het argon in de Krabnevel moet zijn ontstaan door kernfusie tijdens de explosie. Bij die fusie waren heliumkernen de voornaamste bouwstenen en dan is het logisch dat je argon-36 met evenveel protonen als neutronen krijgt.

Dat argon is bovendien gloeiend heet (denk aan 7.500-15.000 K) en volledig geïoniseerd. Als het dan hier en daar een wolk koelere waterstofmoleculen tegenkomt, dan heb je de ideale condities voor de vorming van ArH+ te pakken.

Zulke ionen zijn nog redelijk stabiel ook. Waarschijnlijk vallen ze wel weer uit elkaar naarmate de wolk uitdijt, verder afkoelt en bovendien wordt gebombardeerd door straling, maar er is nog tijd genoeg over om ze van een afstand verder te bestuderen.

bron: University College Londion, Cardiff University, Science

Onderwerpen