De kans is reëel dat zich binnen de Nederlandse (petro)chemie net zo’n ramp voordoet als bij de BP-raffinaderij in Texas City. Dat concludeert de Arbeidsinspectie uit eigen onderzoek. Ze is daarom een campagne gestart om de chemische industrie op dit risico te attenderen.

Bij de explosie in Texas City, op 23 maart 2005, vielen 15 doden en 180 gewonden. De materiële schade was enorm.

 

Dat dat ongeluk kon gebeuren, lijkt vooral aan de falende veiligheidscultuur bij BP te hebben gelegen. De Arbeidsinspectie gaat niet zo ver dat ze beweert, dat er bij Nederlandse bedrijven ook zoiets aan de hand is. Maar ze beweert wél dat, puur procestechnisch gezien, hetzelfde ‘hoge-drukscenario’ zich hier zou kunnen afspelen.

 

Ze legt uit dat de directe oorzaak moet worden gezocht in een combinatie van een te hoog vloeistofpeil en een te hoge temperatuur in een destillatiekolom. Als gevolg daarvan spoot via de drukbeveiliging brandbare vloeistof uit de installatie, en óp een ontstekingsbron.

 

Inderdaad kunnen in een bedrijf met een perfecte veiligheidscultuur zulke ontwerpfouten net zo goed voorkomen. Zeker wanneer je bedenkt dat ze voor een deel al kunnen zijn gemaakt toen de installatie werd gebouwd, wat in veel gevallen inmiddels 40 jaar geleden is.

 

Dus zorg dat de procesregeling dit soort situaties voorkómt. (Ver)plaats de drukbeveiliging zó dat, áls er toch iets uit blaast, het een kant uit vliegt waar het geen kwaad kan. En plaats bedrijfsgebouwen (ook de tijdelijke) op veilige afstand van de installatie.

 

En mocht u denken dat dit open deuren zijn: het afgelopen jaar heeft de Arbeidsinspectie 58 (petro)chemische bedrijven bekeken. Bij één op de drie viel op z’n minst wat te verbeteren. Bij zeven bedrijven was het zó ernstig dat het niet bij adviezen bleef en, zoals dat heet, ‘de handhaving is ingezet’.

 

bron: Arbeidsinspectie

Onderwerpen