Chemische analyse van poepluiers geeft een goede indicatie van de concentratie van het hormoon estradiol in het bloed van de zuigeling in kwestie. Dat maakt het voor het eerst mogelijk om te bepalen hoe die hormoonconcentratie nou eigenlijk hoort te zijn in een gezonde baby, zo melden Amerikaanse onderzoekers in het tijdschrift Frontiers in Physiology.

De laatste jaren komen er steeds meer berichten dat de hormoonhuishouding, en daarmee de ontwikkeling van de baby, ernstig wordt verstoord door stoffen in het milieu, zoals bisfenol A uit zuigflessen. Probleem is alleen dat niemand precies weet wat voor hormonen de baby zélf hoort aan te maken en in welke hoeveelheden. Daarvoor zou je immers het bloed van een groot aantal gezonde pasgeborenen regelmatig hebben moeten bemonsteren, wat ethisch nogal lastig te verdedigen is.

Het blijkt nu dus ook te kunnen door vieze luiers te verzamelen en die te bemonsteren. Uit proeven met apen bleek jaren geleden al dat de hoeveelheid hormonen in de poep behoorlijk representatief is voor de hoeveelheid in het bloedserum.

Dat is nu dus voor het eerst daadwerkelijk uitgeprobeerd. De onderzoekers vroegen de ouders van 32 zuigelingen in de leeftijd van 7 dagen tot 15 maanden om een aantal keren gedurende 24 uur alle poepluiers in een diepvriesbox (80 graden onder nul) te bewaren voor analyse. Het mochten zowel katoenen luiers als wegwerpluiers met superslurper zjn; voor de resultaten schijnt dat niet uit te maken.

Voor de analyse werden de luiers (in totaal 1.374) eerst een nachtje ontdooid. Daarna werd er met een scheermesje 0,25 g poep uitgeschraapt. Het monster werd geëxtraheeerd met methanol, dat na nog wat voorbewerkingen in een antilichaam-assay voor estradiol werd gepipetteerd.

Volgens de onderzoekers kwam uit 97 procent van de monsters een bruikbare estradiolwaarde. De correlatie ,et bloedwaarden hebben ze uiteraard niet kunnen onderzoeken, maar ze zijn er redelijk zeker van dat de mehode bruikbaar is.

bron: Woodruff Health Sciences Center, Emory University