Het enzym HDAC2 wegvangen draait de symptomen van Alzheimer terug, zo blijkt uit onderzoek bij muizen. Dit schrijven Johannes Gräff en collega’s van MIT in Nature.

HDAC2 is een enzym dat een belangrijke rol speelt in het reguleren van leren en onthouden. In muizen met de symptomen van Alzheimer is dit enzym in de hippocampus in verhoogde mate aanwezig.

Als het enzym bij mensen dezelfde rol vervult, kan het verklaren waarom de huidige geneesmiddelen tegen Alzheimer, gebaseerd op het verwijderen van amyloïde plaques, in klinische studies slechts beperkt blijken te werken. Uit het huidige onderzoek blijkt namelijk dat deze plaques de productie van HDAC2 in de hand werken. Daarom stellen de wetenschappers dat het verwijderen van de plaques wellicht niet voldoende is om ook het proces dat zich in de neuronen afspeelt om te keren.

In de kernen van de neuronen bevinden zich histonen. Dit zijn eiwitstructuren waar DNA omheen gewonden zit. HDAC2 deacetyleert deze histonen waardoor het DNA strak oprolt en de genen in die gebieden onbereikbaar worden. In Alzheimer-muizen maakt HDAC2 genen onbereikbaar die betrokken zijn bij neuronplasticiteit, dat is de mogelijkheid om verbindingen met andere neuronen te veranderen in reactie op nieuwe informatie. Hierdoor nemen de cognitieve functies van de muizen af.

HDAC2 is weg te vangen met zogeheten smallhairpinRNA. Deze moleculen binden het messengerRNA dat nodig is om HDAC2 te produceren. Het neuron krijgt zo de kans om histonen weer te acetyleren, waardoor het proces zich omdraait. Deze behandeling maakte het verwerken en opslaan van nieuwe informatie weer mogelijk in de muizen. Na behandeling nam hun neurondichtheid toe en kregen zij weer normale cognitieve functies.

Om te controleren of dit proces ook in mensen mogelijk is onderzochten de onderzoekers hersenweefsel van overleden Alzheimerpatiënten. In weefsel uit de hippocampus en entorhinale cortex, gebieden betrokken bij de aanmaak en opslag van herinneringen, vond men de verhoogde expressie van HDAC2.

Bron: Nature