Diagnose door patiënt diep in de ogen te kijken

De amyloïde-eiwitplaques die klarakteristiek zijn voor de ziekte van Alzheimer hopen zich niet alleen op in de hersenen, maar ook in het netvlies. Dat betekent wellicht dat je met een netvliesscan kunt zien of iemand echt alzheimer heeft en hoe ver de ziekte is gevorderd, claimen Zhiqun Tan en collega’s (University of California, Irvine) in het American Journal of Pathology.

Tot nu toe kun je alzheimer alleen betrouwbaar diagnostiseren door de hersenen onder de microscoop te leggen, wat uiteraard pas kan nadat de patiënt overleden is. Aan non-invasieve hersenscans die je ook op levende patiënten kunt loslaten wordt al een tijd gewerkt, net als aan methoden om biomarkermoleculen op te sporen die aan alzheimer gelieerd zijn. Maar een netvliesscan zou wel eens veel eenvoudiger en goedkoper kunnen zijn dan welke andere onderzoeksmethode ook.

Tan kwam op het idee tijdens onderzoek aan transgene, extreem alzheimergevoelige muizen die hij behandelde met een experimentele immunotherapie. Die therapie verbeterde de cognitieve vaardigheden van de dieren inderdaad, en tegelijk zag je het aantal plaques in zowel de hersenen als de netvliezen afnemen.

Wel was opvallend dat de netvliezen van de behandelde muizen meer ontstekingen vertoonden dan de hersenen. Maar toen de onderzoekers dezelfde immunotherapie op menselijke alzheimerpatiënten uitprobeerden, zagen ze die ontstekingen juist wél in de hersenen terug.

Het zou dus wel eens zo kunnen zijn dat muizennetvliezen zelfs een betere indicatie van de effecten van alzheimermedicatie geven dan muizenhersenen, denkt Tan.

bron: UC Irvine

Onderwerpen