Ophoping van koperionen zou wel eens de échte oorzaak van de ziekte van Alzheimer kunnen zijn. Die ionen beïnvloeden namelijk de werking van de bloed/hersenbarrière, schrijven Amerikaanse onderzoekers op de website van PNAS.

Het is niet voor het eerst dat koper en alzheimer met elkaar in verband worden gebracht. Maar tot nu toe bleef het bij waarnemingen.

Rashid Deane en collega’s van de University of Rochester denken nu te weten wat er gebeurt. Ze losten 0,13 mg/l koper (in de vorm van kopersulfaat) op in het drinkwater van labmuizen. Dat is 52 keer zo veel dan ze normaal krijgen maar slechts eentiende van wat volgens de Amerikaanse EPA-milieurichtlijnen nog aanvaardbaar is.

De koperionen bleken zich vooral op te hopen in de haarvaatjes in de hersenen, en niet in het hersenweefsel dat daar omheen zit. Daar veroorzaken ze oxidatieve stress: Cu2+ reageert met diverse elektronendonoren tot Cu+, dat vervolgens weer met waterstofperoxide reageert tot hydroxylradicalen. In de praktijk lijkt vooral het eiwit LRP1 (low-density lipoprotein receptor-related protein 1) hierdoor te worden aangetast: het raakt beschadigd en wordt vervolgens afgebroken.

En laat LRP1 nu net het transporteiwit zijn dat het afvalproduct amyloïde bèta via de wand van de haarvaatjes de hersenen uit moet loodsen. Gevolg: die amyloïde bèta blijft in de hersenen hangen en veroorzaakt uiteindelijk de van alzheimer bekende plaques.

De onderzoekers hebben aanwijzingen dat het nog veel erger misgaat wanneer de haarvaatjes het uiteindelijk begeven en het koper toelaten tot de rest van het hersenweefsel. Dan lijken de ionen namelijk zowel de productie als de klontering van het amyloïde-eiwit te bevorderen, wat het ziekteproces flink versnelt.

Het probleem is uiteraard dat een levend organisme niet helemaal zonder koper kan. Het is een essentieel sporenelement dat in het actieve deel van heel wat eiwitten zit verwerkt. Maar het onderzoek doet vermoeden dat het verschil tussen de minimale dosis en het maximum waarbij je op de lange termijn geen problemen krijgt, heel wat kleiner is dan EPA tot nu toe dacht.

bron: University of Rochester

Onderwerpen