Maak een grote, gevarieerde collectie synthetische eiwitmoleculen en voeg die toe aan bloedmonsters van mensen met en zonder alzheimer. Zit er eentje bij die alleen bij de zieke mensen door een antilichaam wordt onderschept, dan heb je een indicator voor alzheimer te pakken. Klinkt bizar maar het werkt verrassend goed, zo melden Amerikaanse onderzoekers in het tijdschrift Cell.

Het lijkt er zelfs op dat het de meest gevoelige bloedtest voor alzheimer is, die tot nu toe is uitgevonden. Zolang tegen die ziekte nog niets valt te doen heb je er weinig aan: hooguit kun je er mee bevestigen of iemand echt alzheimer heeft of een andere aandoening met vergelijkbare symptomen. Dat is vooral nuttig bij klinisch onderzoek naar mogelijke alzheimermedicijnen.

Maar volgens Thomas Kodadek (Scripps Research Institute) en zijn collega-onderzoekers kun je hetzelfde principe mogelijk ook gebruiken voor andere aandoeningen die wél te genezen zijn wanneer je er op tijd bij bent. Ze denken met name aan alvleesklierkanker, een vorm van kanker die gewoonlijk pas wordt ondekt wanneer de tumor er al vele jaren zit.

Het onderliggende idee is dat vrijwel elke ziekte wel zorgt voor de aanmaak van afwijkende eiwitten, en dat een goed werkend immuunsysteem zulke eiwitten altijd wel zal proberen te vangen door er specifieke antilichamen tegen aan te maken. En zo specifiek zijn die antilichamen nu ook weer niet: ze herkennen gewoonlijk slechts een klein maar karakteristiek detail van het eiwit, en zullen zich óók binden aan elk ander molecuul dat er net zo uitziet als dat kleine deel.

Als je zo’n ‘ander molecuul’ kunt vinden, dan kun je daarmee dus aantonen dat de specifieke antilichamen in iemands bloed zitten en dat hij dus de desbetreffende ziekte heeft. Daarvoor hoef je dus niet te weten tegen welk eiwit die antilichamen oorspronkelijk zijn aangemaakt.

Kodadek heeft dus 4.800 verschillende kunstmatige eiwitjes (‘peptoids’) gemaakt, met volledig willekeurige vormen. Die hele collectie zette hij op een chip, waarna hij keek of die chip verschillend reageerde op bloed van mensen met alzheimer, met parkinson of met niets.

Drie van de 4.800 peptoids bleken inderdaad alleen in alzheimerbloed een antilichaam tegen te komen. In een vervolgexperiment met 16 andere alzheimerpatiënten bleek elk van de drie peptoids bij 15 van de 16 opnieuw aan te slaan.

Inmiddels zegt Kodadek het bloed van 300 andere mensen te hebben getest. De diagnose ‘wel of geen alzheimer’ klopte in 95 procent van de gevallen, en hij vermoedt dat bij de vals-positieve tests ook nog heel wat mensen zitten die wel degelijk alzheimer hebben maar nog geen zichtbare symptomen.

Bron: Cell Press, naturenews

Onderwerpen