De ene ß-caseïne is de andere niet. Gaat aminozuur nummer 67 de zuivelbranche op haar kop zetten?

Volgens A2 Corporation in Auckland, Nieuw-Zeeland, verdient de stelling ‘met melk meer mans’ dringend enige nuancering. Er blijken namelijk twee soorten melk te bestaan: gezonde melk en ongezonde melk.

Het verschil zit in één aminozuur in het eiwit â-caseïne, een van de hoofdbestanddelen van koemelk. Bij â-caseïne A2 zit proline op de 67ste positie, bij â-caseïne A1 is het histidine. Afhankelijk van haar genetische bagage kan een koe A1, A2 of een mengsel produceren. Het gen dat voor A1 codeert, moet een paar duizend jaar geleden zijn ontstaan door een natuurlijke mutatie. Wereldwijd bezit ongeveer de helft van alle tamme runderen dit gen. De verhouding hangt echter sterk af van het ras: bij roodbonte Deense koeien en bij Fries stamboekvee overheerst A1, bij Zwitserse koeien is het vaker A2 en bij het rundvee van Guernsey is A1 vrijwel niet te vinden. Dat eiland is dus de enige plek in Europa waar een willekeurig glas melk geen mengsel van A1 en A2 bevat.

Statistiek

Onbekend is of de bewoners van Guernsey hierdoor gezonder zijn. Maar in Nieuw-Zeeland vermoeden ze van wel. Begin jaren negentig is daar een statistisch verband gelegd tussen melkconsumptie en de kans op jeugddiabetes. Iemand stelde de vraag hoe het kon dat Afrikaanse Masai-kinderen ook veel melk drinken en toch vrijwel nooit diabetes krijgen. Gesuggereerd werd dat het kwam doordat de mutatie richting A1 nooit is opgetreden bij de zeboekoeien van de Masai.

De instituten, die het onderzoek hadden betaald, vroegen octrooi aan op A2-melk en huurden een extra onderzoeker in om de data verder te analyseren. Deze Corran McLachlan ontdekte prompt nog een correlatie, dit keer tussen melk en hartkwalen. Later kwamen daar nog aanwijzingen bij voor een mogelijke link tussen A1-melk, schizofrenie en het syndroom van Asperger. Van die afwijkingen is bekend dat ze worden bevorderd door â-casomorfine 7 (BCM-7), een peptide dat bestaat uit zeven aminozuren. BCM-7 blijft over bij partiële hydrolyse van â-caseïne, wanneer de keten wordt doorgeknipt naast de bouwsteen op positie 67. En inderdaad, dat knippen lukt wél als op die plek his­tidine zit, en niet bij proline.

Melk is dodelijk?

McLachlan wist genoeg. Drie jaar geleden richtte hij A2 Corporation op en begon ras­zuivere kuddes A2-koeien te kweken. Sinds een paar maanden ligt bij enkele Australische en Nieuw-Zeelandse supermarkten de ‘risicovrije’ A2-melk in de schappen. Er zijn plannen om het product binnen een jaar ook te introduceren in Amerika en Groot-Brittannië. Ondanks de meerprijs van bijna tien eurocent per liter is de belangstelling groot.

Maar het is oorlog tussen A2 en Fonterra, de coöperatie die 95 procent van de Nieuw-Zeelandse zuivel in handen heeft. McLachlan heeft Fonterra voor de rechter gesleept. Hij claimt dat de zuivelsector de risico’s van A1-melk verzwijgt, en eist een gedrukte waarschuwing op alle melkkartons. Fonterra op haar beurt claimt dat de door A2 gesubsidieerde onderzoeken rammelen. Uit onafhankelijke studies zou geen enkele correlatie zijn te halen.

In Nederland willen het Product­schap Zuivel en onderzoeksinstituut NIZO geen commentaar geven: ze hebben zich nog niet in de materie verdiept. Er schijnen ook nog geen plannen te zijn om de A2-melk hier te verkopen. Maar volgens prof. Jeremy Pearson van de British Heart Foundation hoeven we daar niet rouwig om te zijn. Tegenover de BBC verklaarde hij een marginaal effect te verwachten: “Waarschijnlijk daalt het aantal hartziekten veel sterker als iedereen gewoon halfvolle melk gaat drinken.”

Meer informatie: www.a2corporation.com
(de redactie staat niet in voor het waarheids­gehalte van deze site)

Onderwerpen