Injecteer een dispergeermiddel in de ruwe olie van BP zodra ze uit de pijp lekt, en je kunt wellicht voorkomen dat het spul op de stranden van Louisiana terechtkomt. Momenteel wordt uitgeprobeerd of deze techniek echt werkt, zo meldt Chemical & Engineering News.

Inmiddels zou vanuit robot-onderzeeërs al bijna 800.000 liter van het spul zijn geïnjecteerd.

 

Het dispergeermiddel is een bestaand product van Nalco, genaamd Corexit. Het is een biologisch afbreekbaar mengsel van oplosmiddelen en oppervlakte-actieve stoffen dat engszins vergelijkbaar is met een afwasmiddel. Het breekt olie en vet op tot kleine druppeltjes, die zich in het water verspreiden tot ze na verloop van tijd vanzelf door micro-organismen worden afgebroken.

 

Normaal gesproken worden Corexit-producten gebruikt om olievlekken aan te pakken die aan de oppervlakte drijven of al op het strand liggen. Het idee om ze onder water al in te spuiten, is nieuw.

 

Dat men voor deze innovatieve aanpak heeft gekozen, heeft een goede reden. De lekkende olie blijkt een nogal aparte chemische samenstelling te hebben. Er zitten relatief veel asfaltenen in, grote moleculen die bij de raffinaderij onderin de destillatiekolom belanden en vaak als grondstof voor asfalt worden gebruikt. En die asfaltenen lijken net iets anders te zijn dan wat men gewend is, met als gevolg dat het betere emulgatoren zijn dan normaal.

 

Het gevolg is dat de olie uit het lek al een emulsie met het omringende water vormt terwijl ze onderweg is naar de oppervlakte. ‘Boven’ vormt ze dan geen echte olievlek maar een soort oranje wolk die vlak onder de oppervlakte drijft; op luchtfoto’s is dat prima te zien. In die toestand hebben dispergeermiddelen en andere oliebestrijdingstechnieken er veel minder vat op, terwijl bovendien het volume van de verontreiniging verdubbelt.

 

Wat er preices aan de hand is met die asfaltenen, is overigens nog niet duidelijk.

 

bron: C&EN

Onderwerpen