Steeds meer controverse over gezondheidsrisico
Er is ‘enige zorg’ dat blootstelling van on- en pasgeboren kinderen aan bisfenol A kan leiden tot neurale afwijkingen en gedragsstoornissen. Alle andere gezondheidsrisico’s zijn minimaal of verwaarloosbaar, zo concludeert een Amerikaans panel van deskundigen dat literatuuronderzoek heeft gedaan in opdracht van het National Toxicity Program.
Andere experts hebben de conclusies van het panel echter al naar de prullenmand verwezen voordat het voledige eindrapport goed en wel is gedrukt. Het zou veel te veel zijn toegeschreven naar de chemische industrie, die de stof graag in productie wil houden.
Bisfenol A dient vooral als monomeer voor polycarbonaat en epoxyharsen. Die kunststoffen worden op grote schaal verwerkt in voedselverpakkingen; genoemd worden zuigflessen en coatings voor blikjes. Het is daarbij onvermijdelijk dat restjes monomeer in het verpakte voedsel terecht komen.
Wat het effect van bisfenol-A op mensen is, is in feite onbekend. Maar er komen steeds meer zorgwekkende resultaten van dierproeven naar buiten. Bij muizen bleek blootstelling aan de stof in de baarmoeder de kans op prostaat- en borstkanker te verhogen en obesitas in de hand te werken. Uit een studie in PNAS bleek onlangs zelfs dat de stof de kleur van de vacht van agoutimuizen kan veranderen, doordat hij inwerkt op de expressie van een bepaald gen. En al veel langer is bekend dat bisfenol-A een hormonale werking heeft die vergelijbaar is met oestrogeen.
In het tijdschrift Reproductive Toxicity waarschuwden 38 wetenschappers vorige week dat de dosis bisfenol A, die nodig is om muizen te beschadigen, per kilo lichaamsgewicht lager is dan wat mensen dagelijks binnenkrijgen.
Volgens deze critici zijn de conclusies van het National Toxicity Program dan ook veel te slap, en ingegeven door de chemische industrie. Ze wijzen er op dat het expertpanel relatief veel gewicht heeft gehecht aan publicaties, die door de industrie zijn gesponsord.
Daar wordt dan weer tegen in gebracht dat die industriële studies vaak groter zijn en beter opgezet, en dat universitair onderzoek zich veel minder op veiligheidsrisico’s richt.
bron: C&EN, Associated Press, USA Today
Nog geen opmerkingen