Nederland is voor essentiële grondstoffen voor zonnepanelen en windturbines afhankelijk van import uit China. Om deze afhankelijkheid tegen te gaan moet de overheid meer investeren in onderzoek naar hergebruik, schrijven Benjamin Sprecher, René Kleijn en Chris Slootweg.  

De vraag naar kritieke grondstoffen groeit en zal ook de komende jaren flink doorgroeien. Iets wat Europa serieus neemt, gezien de top over kritieke grondstoffen die deze week in Brussel plaatsvindt én de gloednieuwe Critical Raw Materials Act. Via deze verordening hoopt de Europese Unie zelf over voldoende kritieke grondstoffen – zoals lithium en kobalt – te beschikken en minder afhankelijk van het buitenland te worden. 

Dat laatste is belangrijk omdat grote hoeveelheden van deze grondstoffen nodig zijn voor de energietransitie. Denk aan de productie van zonnepanelen, elektrische auto’s, elektriciteitskabels en windturbines. De energietransitie is een materialentransitie, maar ook een geopolitieke transitie. Net als bij fossiele brandstoffen zijn Nederland en de EU bijna geheel afhankelijk van andere landen. Bij fossiele brandstoffen is dat van de Opec, bij kritieke metalen en mineralen is die afhankelijkheid voor 80% van China. 

Geopolitieke fuik 

Het is zonde als Nederland in deze nieuwe geopolitieke fuik verstrikt raakt. Hoewel strategische zelfvoorziening van grondstoffen tegenwoordig hoger op de politieke agenda staat, blijven de EU en Nederland achter bij de Verenigde Staten en Japan. De Japanse overheid investeert via een speciaal ministerie al decennia grootschalig in de grondstoffenketen. En de Verenigde Staten pompen via de Inflation Reduction Act miljarden dollars in de grondstoffentoevoer. 

Nederland is geen Japan of Verenigde Staten, en zeker geen China. Wij kunnen moeilijk opboksen tegen al dat staatssteungeweld. Onze beste uitweg uit de geopolitieke fuik is daarom focussen op nieuwe kennis over het duurzaam gebruik van kritieke grondstoffen. 

‘Beleidsmakers willen vooral de toevoer van kritieke grondstoffen veilig stellen, terwijl meer hergebruik beter is’ 

Een lading kolen of gas moet je verbranden om energie te krijgen, waarna je onmiddellijk weer een lading moet importeren. Een lading windturbinemagneten, gemaakt van neodymium, blijft daarentegen decennialang in gebruik. Beleidsmakers maken de fout om kritieke grondstoffen te bekijken door de lens van fossiele brandstoffen. Ze zijn vooral bezig om de toevoer van kritieke grondstoffen veilig te stellen, terwijl het veel belangrijker is om de voorraad van deze grondstoffen beter te beheren en te hergebruiken. 

Toen Rusland de gasleveringen dreigde stil te leggen, had dat onmiddellijk een enorm effect op onze economie. Als China dreigt de grondstoffentoevoer stil te leggen, hoeft dat niet dezelfde gevolgen te hebben. Maar dat kan alleen als we op tijd ons grondstoffenbeheer op orde krijgen. Door slimmer en minder gebruik te maken van de grondstoffen kunnen we deze afhankelijkheid verminderen. 

Natuurlijk is het belangrijk om te investeren in innovatieve manieren van grondstoffenwinning. Maar Nederland moet ook inzetten op goed (her)gebruik van deze grondstoffen als we ze eenmaal hebben. Hier ligt een belangrijke taak voor de universiteiten: voor onderzoek en innovatie naar (her)gebruik en grondstoffenbeheer. 

Investeren in circulair grondstoffenbeheer 

Helaas schiet de financiering van dit onderzoek in Nederland nog tekort. Veel subsidies eisen als voorwaarde dat het bedrijfsleven mede financiert. Soms wel voor 20% en voor de nationale groeifondsen zelfs 50%. Alleen heeft het bedrijfsleven in onze ervaring meermaals laten zien geen animo te hebben voor onderzoek naar duurzaam grondstoffenbeheer. En dat is logisch. Want het is niet de verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven om dit geopolitieke probleem op te lossen. 

Hier is een sterke rol van de overheid nodig. Een overheid die niet kijkt naar het bedrijfsleven voor cofinanciering, maar vooruitkijkt en de inhoudelijke expertise ontwikkelt om zelf doelen te stellen. Vervolgens is het belangrijk dat universiteiten de onafhankelijke middelen krijgen om het benodigde onderzoek op te zetten. Zo kunnen we samen werken aan een veilig en veerkrachtig Nederland.  

Benjamin Sprecher is universitair docent Critical Raw Materials aan de TU Delft. René Kleijn is hoogleraar Resilient Resource Supply aan de Universiteit van Leiden. Chris Slootweg is universitair hoofddocent Circulair Chemistry aan de Universiteit van Amsterdam. Deze bijdrage verscheen eerder in Het Financieele Dagblad op 13 mei 2024.