Het wordt tijd dat de chemische industrie stopt met piepen en begint met afkicken van de gasverslaving, vindt Arjen Dijkgraaf.
‘Laat Poetins aardgas blijven stromen’, smeekt de chemische industrie. Anders dreigt een economische ramp, voorspelt BASF-topman Martin Brudermüller in de Duitse media. De helft van het Duitse aardgas komt uit Rusland. Het immense fabriekscomplex van BASF in Ludwigshafen betrekt zelfs al zijn gas, 4% van het totale Duitse verbruik, van Gazprom. Als die fabrieken uitvallen wegens brandstofgebrek, kost het weken om weer veilig op te starten. Al die tijd zitten talloze klanten zonder BASF-halffabricaten. Weg Wirtschaftswunder.
De Duitse overheid lijkt mee te gaan met deze redenering, al vermoeden veel commentatoren dat Brudermüller en collega’s een beetje overdrijven. Zo schat het Deutsches Institut für Wirtschaftsforschung (DIW) dat Duitsland al binnen één jaar van het Russische aardgas af kan zijn terwijl Brudermüller spreekt van minstens vier jaar - toegegeven, daar heeft BASF dit jaar nog niets aan.
Het pijnlijke is dat iedereen kon zien aankomen dat het ooit fout zou gaan.
Elders valt het probleem misschien wel mee. België importeert geen Russisch gas, althans niet rechtstreeks, en in Nederland is het ‛slechts’ 15% van het totale verbruik. Als alle burgers de thermostaat wat lager zetten, komt onze chemische industrie waarschijnlijk niet zonder te zitten. Maar ook wij werken met Duitse halffabricaten. En als het toch krap wordt dreigen zelfs voedseltekorten: kunstmestproducenten behoren tot de grootste aardgasverbruikers en kunnen nu de energierekening al nauwelijks meer betalen.
Het pijnlijke is dat iedereen kon zien aankomen dat het ooit fout zou gaan. In 1972 waarschuwde de Club van Rome er al voor. In 1973 demonstreerden de Arabieren dat een (olie-)kraan ook om politieke redenen dicht kan. Al vóór 1980 onderkenden ze bij Exxon het gevaar van klimaatverandering: zelfs al wás er nog gas, dan moesten we er toch voorzichtig mee zijn.
Aan de wetenschap heeft het niet gelegen. Meer dan eens zijn in dit tijdschrift alternatieven langsgekomen voor het energievretende Haber-Boschproces uit 1909 dat nog altijd de basis vormt van de kunstmestproductie. Ook voor andere processen zijn energiezuinige membraanscheidingen, microreactoren en alternatieve katalysatoren aangedragen, en zelfs compleet nieuwe elektrochemie die aardgas inruilt voor groene stroom. Maar de gevestigde chemische orde laat de uitwerking liever over aan nieuwkomers. Zelfs nu de Groningse gasbel leegraakt, de klimaatwaarschuwingen almaar luider worden en Poetin steeds onvoorspelbaarder, gokt ze er nog op dat ze áltijd wel ergens goedkoop aan aardgas kan komen om de levensduur van bestaande processen in stokoude installaties verder te kunnen oprekken. Bovendien, wanneer je maar hard genoeg piept, springt de overheid vast wel bij. Waarom zou je dan investeren in aardgasloze alternatieven?
De chemische industrie is verslaafd aan aardgas, en de samenleving is verslaafd aan háár.
De Amerikaanse schaliegaswinning levert zelfs een golf van nieuwe gasafhankelijke installaties op. Vooral omdat dat gas vrij veel ethaan bevat; een ideale basis voor goedkope kunststoffen. Ook in Antwerpen komt zo’n fabriek, te voeden met ethaantankers die uit de VS moeten komen. Initiatiefnemer Ineos wil de benodigde warmte deels ontlenen aan ‘groene’ waterstof. Maar toch.
De chemische industrie is verslaafd aan aardgas, en de samenleving is verslaafd aan háár. Een cold turkey kunnen we beter vermijden. Maar wanneer gaan we eindelijk eens afkicken?
Arjen Dijkgraaf is wetenschapsjournalist en voormalig redacteur van C2W
Reageren? Mail dan naar redactie@kncv.nl
Nog geen opmerkingen