De Nobelprijs voor Natuurkunde van 2024 gaat naar John Hopfield en Geoffrey Hinton voor ‘fundamentele ontdekkingen en innovaties die machine learning met artificiële neurale netwerken mogelijk maken.’
Kunstmatige intelligentie, machine learning, neurale netwerken… het is allemaal geen toekomstmuziek meer, maar een fenomeen dat je dagelijks tegenkomt in de vorm van ChatGPT, Gemini et cetera, iets wat de ontdekkers John Hopfield en Geoffrey Hinton waarschijnlijk nooit voor mogelijk hadden gehouden. John Hopfield creëerde een associatief geheugen dat afbeeldingen en andere soorten patronen in gegevens kan opslaan en reconstrueren. Geoffrey Hinton vond een methode uit die zelfstandig eigenschappen in gegevens kan vinden en zo taken kan uitvoeren zoals het identificeren van specifieke elementen in afbeeldingen.
Toch rijkt deze technologie inmiddels veel verder dan deze populaire toepassingen en heeft het zich, na een korte aanloop, diep geworteld in de chemie en life sciences. Dat dat zo is, blijkt wel uit onze recente interviews met Deirdre Cabooter, Veronique Van Speybroeck en Gerard van Westen. Daarin zien we machine learning en AI toegepast op chromatografie, simulaties van katalyse en het vinden van leads voor geneesmiddelen.
In het verlengde van die laatste twee hebben we ook verhalen over computationele hydrogenering en hoe machine learning ook chemische intuïtie meeneemt, wat het selectieproces van kandidaatmedicijnen veel sneller kan maken. En wat dacht je van de chemische verbetering van Belgisch bier? Of onderzoek naar de verwering van silicaatgesteente? Kortom, een Nobelprijs met een duidelijke maatschappelijke én wetenschappelijke relevantie.
Nog geen opmerkingen