Texelse onderzoekers tonen middels koolstofisotopen aan dat de bacterie Rhodococcus ruber polyetheen kan opeten.
Onderzoekers van het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) hebben voor het eerst bewezen dat bacteriën plastic kunnen verteren tot CO2 en andere moleculen. Ze ontwikkelden een methode om te bepalen hoeveel plastic microben verwerken, waarbij ze koolstofisotopen gebruikten. Ze publiceerden hun resultaten in Marine Pollution Bulletin.
Een deel van het plastic dat in de oceanen terecht komt, lijkt te verdwijnen. NIOZ-onderzoekers zoeken hier een verklaring voor. Begin januari lieten ze zien dat plastic in de oceanen deels afbreekt onder invloed van zonlicht. Nu blijkt uit het onderzoek van onder meer promovenda Maaike Goudriaan dat de bacterie Rhodococcus ruber polyetheen kan verteren, zij het op zeer lage snelheid (~1,2% per jaar van de beginhoeveelheid polyetheen (22,2 mg per l).
Goudriaan liet plastic fabriceren met koolstof-13 en behandelde dat voor met een uv-lamp. Vervolgens voerde ze het aan de bacteriën in een fles nagemaakt zeewater. Er ontstond CO2 met daarin 13C en de koolstofisotopen kwamen in de membraanvetten van de bacterie terecht. Volgens Goudriaan kunnen we met deze kennis het model voor de afbraak van plastic verbeteren. ‘Het is geen oplossing voor het probleem van de plastic soep in de oceanen’, zegt ze in een persbericht van NIOZ. ‘Het beantwoordt wel een deel van de vraag waar al het zoekgeraakte plastic in de oceanen is gebleven.’
Nog geen opmerkingen