De Nobelprijs voor de scheikunde gaat - voor velen eindelijk - naar CRISPR-Cas9, het herschrijven van de code van het leven, en wordt gedeeld door Jennifer A. Doudna en Emmanuelle Charpentier, maakte Göran Hansson van het Nobelprijscommittee bekend.
CRISPR-Cas9 is tegenwoordig een veelvuldig gebruikte methode in biochemische laboratoria. In simpele termen is het een genetische schaar die van origine in bacteriën aanwezig is. Als bacteriën een virusinfectie overleven, bewaren ze een klein stukje viraal DNA in hun geheugen. Daar maken ze dan een RNA-versie van die ze vervolgens in stukjes knippen. Als de bacteriën dan dat virale RNA weer binnenkrijgen, kunnen ze dat precieze stukje uit het RNA knippen en het virus onschadelijk maken.
Emmanuelle Charpentier (52, Max Planck Unit for the Science of Pathogens, Berlijn) vond een nieuw RNA-molecuul (tracrRNA) in haar onderzoek naar Streptococcus pyogenes dat deel is van het bacteriële immuunsysteem en publiceerde haar onderzoek in 2011. Jennifer Doudna (56, University of California, Berkeley, te zien op de Avond van de Chemie op 8 oktober) en Charpentier vormden in hetzelfde jaar een team en wisten het CRISPR/Cas9 vereenvoudigd na te maken in 2012.
In hun onderzoek ontwikkelden ze guideRNA, dat gericht kan zoeken naar stukken genetische informatie en kan knippen. Uiteindelijk wisten ze ook het systeem te reprogrammeren. Met CRISPR/Cas9 kun je bijna alle genetische modificaties doen die je maar kunt bedenken.
Charpentier vertelde aan de telefoon op de persconferentie dat ze grote interesse had voor genetische modificatie toen ze met haar studie begon. ‘Ik bedacht me vaak dat ik echt blij zou zijn als je de genetica écht kan wijzigen, ruim voor we CRISPR ontdekten.’ Hoewel ze zichzelf voornamelijk als een wetenschapper ziet en daarna pas als vrouw, hoopt ze toch dat het feit dat zijzelf en Doudna de eerste vrouwen zijn die de prijs delen een positieve impact heeft op (het beeld van) vrouwen in de wetenschap.
Een van de toepassingen die op de persconferentie werd genoemd, is het genezen van sikkelcelanemie. Daarbij haal je de stamcellen die de ziekte veroorzaken uit het beenmerg, pas je de genetische informatie aan zodat ze normale bloedcellen gaan maken en stop je de aangepaste stamcellen weer terug. Het is nog in een vroeg ontwikkelingsstadium, maar het laat wel de potentie zien van wat er met CRISPR/Cas9 allemaal kan.
Ook was er kort aandacht voor de ethiek rondom het gebruik van CRISPR/Cas9. Juist omdat je zulke rigoureuze aanpassingen kunt maken in levende wezens, moeten er goede afspraken en richtlijnen komen die op moreel/ethisch gebied voor duidelijkheid zorgen, aldus Hansson en Claes Gustafsson.
Voor meer artikelen en ontwikkelingen over deze genetische schaar kun je ons CRISPR/Cas-dossier bekijken.
Nog geen opmerkingen