De allerlaatste mammoeten waren genetisch zo afgetakeld dat ze als soort niet meer te redden zouden zijn geweest. Dat voorspelt weinig goeds voor de laatste berggorilla’s, suggereren Berkeley-onderzoekers Rebekah Rogers en Montgomery Slatkin in PLOS Genetics.

Ze vergeleken het genoom van een hedendaagse Indische olifant (Maya, heet ze) met twee recent gesequenste Siberische wolharige mammoeten. De ene is van 45.000 jaar geleden, toen de soort nog welig tierde. De andere leefde 4.300 jaar geleden op het eiland Wrangel. Op het vasteland was de soort toen allang uitgestorven maar op afgelegen eilanden zaten er nog een paar; op Wrangel waren het er misschien nog zo’n driehonderd.

Dan krijg je dus inteelt, en werkt de natuurlijke selectie niet meer zo goed.

Als je de drie sets naast elkaar legt, zie je dat dat in het DNA van de recente mammoet veel meer fragmenten ontbreken dan in dat van de andere twee dieren. Daar staan een paar honderd extra stopcodons tegenover, die de synthese van bepaalde eiwitten te vroeg moeten hebben afgebroken. Voor een deel is het ongetwijfeld te verklaren uit degradatie van het oeroude DNA, maar volgens de onderzoekers lang niet helemaal.

De auteurs spreken van een genomic meltdown.

Wat het allemaal precies voor effect had, is niet meer na te gaan: naar de functie van veel olifantengenen kun je immers alleen maar raden. Maar van één beschadigd gen, FOXQ1, is bekend dat muizen het ook hebben en dat zij zonder dat gen satijnachtige, enigszins doorschijnende haren krijgen. Als het bij mammoeten ook zo werkte waren die op Wrangel lang niet zo wolharig meer.

Ook zijn genen beschadigd die zo te zien codeerden voor geurreceptoren, en voor geurstoffen die via de urine worden uitgescheiden. Dat zou kunnen betekenen dat de dieren moeite kregen met het afbakenen van territoria en het zoeken naar partners. Als die partners er dan ook nog niet als een echte mammoet uitzagen, wordt iets duidelijker waarom ze de jagende mensheid niet meer nodig hadden om uit te sterven.

Om het te bevestigen zouden veel meer mammoeten, oude en hele oude, moeten worden gesequenst. Maar de auteurs slaan alvast alarm. Van de berggorilla zijn ook nog maar een paar groepjes van een paar honderd stuks over, en mogelijk zit die soort dus eveneens al beneden de kritische grens waarbij je genetisch reddeloos gaat afglijden. Het Aziatische jachtluipaard, waarvan er minder dan honderd over zijn, zou er zelfs vér beneden kunnen zitten.

Het genoom van Maya de olifant, die ook nog maar een stuk of duizend soortgenoten heeft, bleek trouwens ook meer deleties en stopcodons te bevatten dan dat van de oudste mammoet.

bron: BBC News, PLOS Genetics

Onderwerpen