Met behulp van massaspectrometrie ontwikkelt Laura Boeschoten een allroundmethode die het makkelijker maakt om illegaal hout te identificeren.
Illegale bomenkap is een groot probleem in de wereld. De helft van al het hout uit tropische landen is naar schatting illegaal gekapt, en dit soort fraude tegengaan blijkt lastig. ‘Als je een boom eenmaal uit het bos hebt gehaald, kun je nauwelijks meer achterhalen waar hij precies heeft gestaan’, vertelt Laura Boeschoten, promovendus bij de afdeling bosecologie en bosbeheer van de Wageningen University & Research. ‘Dus fraudeurs kunnen makkelijk de papieren veranderen en de herkomst of het soort hout aanpassen.’ Boeschoten en haar collega’s werken daarom aan betrouwbare methodes om hout te identificeren.
Gecombineerde technieken
Boeschoten combineert isotopen- en elementenanalyse, en haar collega’s kijken naar de genetische overeenkomsten in hout. ‘Met die technieken samen hopen we een specifieke vingerafdruk te krijgen die per boom verschilt’, vertelt Boeschoten.
Om de methode zo allround mogelijk te maken, onderzoekt ze niet alleen drie verschillende soorten hout, tali en azobe uit West-Afrika en meranti uit Indonesië, maar ook de bodem waar die bomen op stonden. ‘Als het lukt om verschillen te meten, wil ik precies weten waar ze vandaan komen. Pas als we weten hoe de verschillen ontstaan, hebben we een echt universele techniek te pakken.’
De basis van de nieuwe methode is isotopenanalyse, de huidige standaard voor analyse van verdacht hout. Hiervoor gebruikt Boeschoten een inductief gekoppelde plasmaspectrometer, of ICP-MS. De verhouding van lichte en zware isotopen van zuurstof, waterstof, stikstof, koolstof en soms ook zwavel en strontium geeft de onderzoekers een beeld waar de boom heeft gestaan. ‘We zien verschillen per continent, en of de boom bij de kust stond of in het binnenland’, licht Boeschoten toe. ‘De zware isotopen vallen bij regen namelijk eerder uit de lucht dan de lichte.’
‘Elementenanalyse lijkt een mooie toevoeging’
Maar de techniek is niet gevoelig genoeg voor de promovendus. ‘Hiermee zie je of de teak uit Myanmar of Brazilië komt, maar we kunnen bomen die 100 km van elkaar staan niet onderscheiden. En dat soort verschillen zijn ook belangrijk om fraude te achterhalen.’
Om de resolutie te verbeteren, voegde Boeschoten elementenanalyse toe. ’Die techniek gebruikt nog bijna niemand om hout te analyseren, maar het lijkt een mooie toevoeging.’ De promovendus analyseert ongeveer zestig elementen die hout kan opnemen uit de grond, waaronder lanthaniden. ‘Dit maakt de vingerafdruk specifieker en we zien nu verschillen tussen bomen die 100 km uit elkaar liggen’, zegt Boeschoten.
Maar de effectiviteit van de elementenanalyse ligt wel aan het soort grond. ‘Het werkt het best als de bomen op heel verschillende soorten grond staan, zoals klei en zand. De detectielimiet ligt tussen de 0,1 en 0,001 μg per kg hout – dat is vrij laag, maar toch is het makkelijker als de verschillen groot zijn.’
Biologie erbij
De genetische informatie van de bomen geeft de laatste laag in de vingerafdruk, maar ook dat gaat niet zomaar. ‘We hebben nog niet van alle bomen genetische informatie om onze samples mee te vergelijken’, zegt Boeschoten. ‘En DNA isoleren uit hout is lastig, omdat dit vooral dode cellen bevat.’ Het werk is dus nog lang niet klaar, maar Boeschoten houdt vertrouwen. ‘Ik denk dat onze methode potentie heeft, omdat we ook naar de achterliggende processen kijken. Hopelijk levert dat uiteindelijk een duidelijke en robuuste methode op.’
Nog geen opmerkingen