In 1901 ging de allereerste Nobelprijs voor de Scheikunde naar de Nederlandse chemicus J.H. van ‘t Hoff. De locatie van het laboratorium waar hij zijn prijswinnende werk verrichtte, wordt nu Nationaal Chemisch Erfgoed.

LAb-Groenburgwal-sepia

‘Voormalig landgenoot wint enorm geldbedrag’; dat was in 1901 zo’n beetje de teneur in de Nederlandse kranten toen bekend werd dat Henry (J.H.) van ‘t Hoff de Nobelprijs voor de Scheikunde was toegekend. Voor zover er al aandacht aan werd besteed. Een enorm contrast met de totale gekte die de Nobelprijs inmiddels omringt, maar ook weer niet heel vreemd, want het was het allereerste jaar dat deze prijs werd uitgereikt. Een nieuwe, nog onbekende prijs.

Of Van ’t Hoff het met de erfgoedstatus van zijn lab in Amsterdam eens zou zijn, valt te betwijfelen

‘Er was in die tijd meer aandacht voor het nieuws over de erfenis van Alfred Nobel, want dat was een onvoorstelbaar groot bedrag’, zegt biograaf Rob van den Berg, die op 6 oktober aan de Universiteit Leiden promoveerde op zijn boek Van ‘t Hoff. Een gedreven buitenstaander. Maar dat zelfs binnen de KNAW het nieuws van de prijs werd genegeerd, heeft hem wel verbaasd. ‘Van ‘t Hoff was in 1885, na eerdere tegenwerking, benoemd tot lid van de Akademie en was sinds 1895, toen hij vertrok naar Berlijn, corresponderend lid. Maar zijn Nobelprijs kwam helemaal nergens ter sprake. Dat vind ik toch heel vreemd.’

Groenburgwal 44

Dat tekort aan aandacht is ondertussen ruimschoots ingehaald. Van ‘t Hoff wordt alom gezien als een absolute wetenschappelijke coryfee en er zijn instituten, lezingen en fondsen naar hem vernoemd. Daar wordt nu iets bijzonders aan toegevoegd: de locatie van Van ‘t Hoffs voormalige Amsterdamse laboratorium aan de Groenburgwal 44 krijgt de status van Nationaal Chemisch Erfgoed. Een terechte keuze, vindt Van den Berg. ‘Het grootste deel van zijn werk aan de chemische dynamica en osmotische druk, waarvoor hij de Nobelprijs zou krijgen, vond hier plaats.’

Op 17 november wordt het pand op de Groenburgwal 44 in Amsterdam formeel benoemd tot Nationaal Chemisch Erfgoed.

Of de laureaat het met die erfgoedstatus eens zou zijn, valt te betwijfelen. Als hij in 1877 is benoemd aan de dan net opgerichte Universiteit van Amsterdam, gaat hij aan de slag in het lab aan de Groenburgwal, maar hij is er niet enthousiast over, weet Van den Berg. ‘Het voldeed niet aan de eisen van de tijd en moest nodig opgeknapt worden.’ Toch zal hij er veertien jaar werken. Een zeer productieve periode die onder meer resulteert in zijn boek Études de dynamique chimique uit 1884 dat internationaal veel indruk maakt en waarin hij de basis legt voor de fysische chemie. Én voor zijn Nobelprijs.

Ontslag

Van ‘t Hoffs statuur groeit en dat komt goed van pas in zijn streven naar een beter lab. In 1887 krijgt hij een aanbod uit Leipzig en Van ‘t Hoff speelt het slim. Van den Berg: ‘Amsterdam wil Van ‘t Hoff graag houden en dus nodigt hij de burgermeester uit aan de Groenburgwal om uit te leggen dat hij best wil blijven, maar echt een nieuw lab nodig heeft.’ De opzet slaagt. Er komt een nieuw lab op het Roeterseiland. Daar neemt Van ‘t Hoff in 1891 zijn intrek, maar niet voor lang. Hij vindt dat hij teveel tijd kwijt is aan onderwijs. Als er in 1895 een aanbod uit Berlijn komt, neemt Van ‘t Hoff ontslag en vertrekt.

Het tekort aan aandacht toen Van ’t Hoff zijn Nobelprijs won, is inmiddels ruimschoots ingehaald

In Berlijn krijgt hij een riant salaris en de vrijheid die hij zoekt, maar zijn wetenschappelijke hoogtijdagen zijn voorbij. Hij overlijdt in 1911 op zijn 58ste, nadat hij enkele jaren heeft gekampt met tuberculose. Het nieuwe lab op het Roeterseiland brandt in 1987 af en aan de Groenburgwal 44 is nu een restaurant en expositieruimte gevestigd. Maar de inzichten die Van ‘t Hoff daar vergaarde, leven volop voort.

Jacobus_van_’t_Hoff

Van ’t Hoff was de eerste Nederlandstalige Scheikunde-Nobelprijswinnaar, maar niet de laatste: Peter Debye (1936), Paul Crutzen (1995) en Ben Feringa (2016) traden in zijn voetsporen. Ook België kende een winnaar: de van oorsprong Russische Ilya Prigogine liet zich in 1949 naturaliseren tot Belg, waarmee hij meteen de eerste Belg werd die een Nobelprijs won (1977).

Peter_Debye

1936: Peter Debye

Wie nooit in aanraking is geweest met zaken als het dipoolmoment zegt de naam Peter Debye (1884-1966) waarschijnlijk niets. Dat hij in 1936 de tweede Nederlander was die de Nobelprijs voor de Scheikunde kreeg, is niet in het nationale geheugen gegrift.

Maar zeventig jaar later is Debye opeens in het nieuws. Tijdens archiefonderzoek in Berlijn vindt journalist Sybe Rispens een brief van Debye uit 1938. Debye is dan directeur van het Kaiser Wilhelm Institut für Physik in Berlijn en voorzitter van de Deutsche Physikalische Gesellschaft. In die brief, gedateerd net na de Kristallnacht, roept hij de Joodse leden van de DPG op om hun lidmaatschap te beëindigen. Rispens concludeert: Debye was fout. Paniek alom. De Universiteit Maastricht schaft direct de Peter Debye-prijs af en de Universiteit Utrecht besluit dat het Debye Instituut die naam niet meer mag dragen. Dat schiet in het verkeerde keelgat van de directie en staf van het instituut die spreken van een ‘bestuurlijke dwaling’ en ‘ondeugdelijk onderzoek’.

Het NIOD concludeert vervolgens na eigen onderzoek dat Debye opportunistisch handelde, maar geen overtuigde nazi was. Utrecht herstelt begin 2008 het Debye Instituut in ere, Maastricht blijft bij het eerdere besluit.

 

Ilya_Prigogine

1977: Ilya Prigogine

Lange tijd draait het in de chemie om de studie van systemen in evenwicht, maar mede dankzij het werk van Ilya Prigogine (1917-2003) bestudeert de chemie inmiddels ook systemen die zich juist (ver) van het thermodynamische evenwicht bevinden. Naast bijvoorbeeld radioactief verval en diffusie vallen toch niet oninteressante fenomenen als levende cellen, het ontstaan van leven en de evolutie ook in deze categorie. Ze hebben, in de woorden van Prigogine, een ‘voorkeursrichting’. Niet een beetje heen-en-weer, maar deze systemen ontwikkelen zich in één bepaalde richting en zijn daarmee ook onomkeerbaar. Hij noemt het ook wel ‘dissipatieve structuren’: systemen die energie verbruiken en zich in verspreiden of uitdijen.

Bijna was Prigogine voor de chemie verloren geweest. Paul Balduck, voorzitter van de sectie historiek van de KVCV, weet zich te herinneren dat hij bij zijn studiekeuze twijfelde tussen geschiedenis, archeologie of muziek, maar dat het uiteindelijk scheikunde werd. Niettemin bleef de piano hem zijn hele leven boeien. ‘Zijn moeder beweerde dat hij vroeger noten kon lezen dan letters, en hij bleef tot het laatst piano spelen.’

In de toepassing van zijn ideeën beperkt Prigogine zich niet tot de chemie, maar buigt zich bijvoorbeeld ook over verkeersstromen en stedelijke netwerken en de spontane vorming van orde uit chaos. Prigogine, die in Rusland is geboren en in 1949 naturaliseert tot Belgisch staatsburger, heeft betrekkingen bij onder meer de Université Libre en het Solvay Instituut in Brussel, de University of Texas in Austin en het Enrico Fermi Instituut in Chicago. Als hij in 1977 de Nobelprijs voor de Scheikunde krijgt, is dat een mijlpaal: het is de eerste keer dat die prijs naar een Belg gaat.

 

Paul_Crutzen

1995: Paul Crutzen

Toen in 1995 het nieuws doorkwam dat een Nederlander de Nobelprijs voor de Scheikunde was toegekend, was dat om meerdere redenen een verrassing. De laatste keer was al bijna zestig jaar geleden en bovendien was de winnaar, Paul Crutzen, geen alom bekende naam in het Nederlandse academische landschap. Crutzen verliet Nederland immers al in 1958 en maakte vervolgens carrière in Zweden, de VS en Duitsland.

En dan was er nog zijn onderzoek. Crutzen kreeg de prijs – samen met Sherwood Rowland en Mario Molina – voor zijn werk in de atmosferische chemie. Geen klassieke, gevestigde chemische discipline, maar een nog relatief jong vakgebied. Volgens Guus Velders, hoogleraar Luchtkwaliteit en Klimaatinteracties (Universiteit Utrecht), was Crutzen daarmee een echte pionier. ‘Hij is heel belangrijk geweest voor het begrip van de chemie in de atmosfeer. Zijn onderzoek naar de rol van stikstofoxiden bij de afbraak van ozon bracht de invloed van biogene processen, lachgas en supersone vliegtuigen op de ozonlaag onder de aandacht. Daarnaast was hij ook sterk in het leggen van verbindingen tussen verschillende milieuproblemen, hij leverde een integrale analyse.’

Mede dankzij hem kwam in 1985 het Montréal Protocol tot stand, dat de chloorfluorkoolwaterstoffen (cfk’s) in de ban deed. Crutzen overleed begin dit jaar in zijn woonplaats Mainz. Hij werd 87. De KNCV had hem in 2017 benoemd tot erelid.

 

Ben_Feringa

2016: Ben Feringa

Op 5 oktober 2016 gebeurt er iets vreemds. Ben Feringa, hoogleraar organische chemie aan de Rijksuniversiteit Groningen, onderbreekt een bespreking vanwege een telefoontje. Iedereen moet de kamer uit. Maar die dag is ook de bekendmaking van de Nobelprijs voor de Scheikunde. Zou het? Er ontstaat een vreemd soort spanning. Zeker bij Tineke Kalter, persoonlijk assistent van Feringa. Zij weet wie er belde.

Ondertussen begint er iets rond te zingen in het gebouw. ‘De rest was natuurlijk ook niet gek’, vertelt Kalter. ‘En toen Bens foto in beeld kwam bij de bekendmaking, dat was zo’n bijzonder moment. Het resoneerde door het hele gebouw, het was een vloedgolf aan emoties, dat was echt voelbaar.’ Feringa krijgt zijn Nobelprijs voor zijn fundamentele en baanbrekende werk aan moleculaire nanomachines. De KNCV aarzelt geen moment: acht dagen later benoemt de vereniging hem tot erelid tijdens de Avond van de Chemie.

Niet alleen Groningen, maar heel Nederland gaat collectief uit zijn dak. Iedereen buitelt over elkaar heen om het nieuws te brengen en te duiden. ‘Eerst dachten we nog naïef dat het na de uitreiking in december wel weer normaal zou worden’, lacht Kalter. Vijf jaar verder weet ze wel beter. ‘Maar we laten ons niet gek maken. Ben heeft heel duidelijk gekozen waar hij zijn stem voor gebruikt.’ Zoals voor onderwijs, met de oprichting van het Feringa Fonds. ‘We gaan naar scholen om leerlingen en docenten een inkijkje te bieden in de wetenschap en te laten zien dat de route naar hoger onderwijs voor iedereen open staat. Feringa on Tour noemen we dat.’ Wat één telefoontje al niet kan losmaken.