Een gentleman, een aimabele persoonlijkheid, een creatief chemicus. Die kenmerken komen steeds naar voren in de vele reacties op het plotselinge overlijden van KNCV-erelid Roeland Nolte, emeritus hoogleraar organische chemie aan de Radboud Universiteit en alom gezien als een van de grondleggers van de supramoleculaire chemie.
‘Het was zo’n voorkomende man, ik ben echt aangeslagen’, zegt Bert Meijer. ‘Wat Roeland ongelooflijk goed deed was mensen helpen, ik heb hem nooit “nee” horen zeggen als iemand hem nodig had. En wat het onderzoek betreft was het natuurlijk een groot chemicus. Na zijn emeritaat wist hij nog twee ERC Grants te behalen.’ In de woorden van Ben Feringa was Nolte ‘Een gentleman scientist en een inspirerende wetenschapper die een belangrijke rol heeft gespeeld in de wereldwijde faam van de Nederlandse chemie.’ Die faam wordt bevestigd door de vele reacties van internationale topchemici als Nobelprijswinnaars Jean-Marie Lehn en Fraser Stoddart, Takuzo Aida, Sam Stupp en Virgil Percec. Stuk voor stuk roemen ze zijn wetenschappelijke én persoonlijke kwaliteiten.
‘Het is echt een schok’, reageert Wilhelm Huck, Nolte’s opvolger in Nijmegen. ‘Ik had nog bijna dagelijks contact met hem, hij was veel op het lab.’ Want ondanks zijn emeritaat in 2010 bleef Nolte zeer actief als onderzoeker. Huck: ‘Hij was een van de beste chemici van Nederland en hij was tegelijkertijd bescheiden. Hij had een fijne leiderschapsstijl en wist hier een omgeving te creëren waarin iedereen tot z’n recht komt.’ Floris Rutjes, directeur van het Nijmeegse Instituut voor Moleculen en Materialen, beaamt dat. ‘Roeland was een enthousiaste en uiterst creatieve chemicus, maar vooral ook een collega die door iedereen zeer werd gewaardeerd. Hij was er nog vrijwel elke dag en zijn deur stond altijd open voor een goede raad of een fijn gesprek.’ Die goede raad heeft Noltes oud-promovendus Jeroen Cornelissen, vice-voorzitter van de KNCV, zelf ter harte genomen. ‘Roeland is voor mij ongelooflijk belangrijk geweest. Hij is voor mij de personificatie van creatief onderzoek. Die verbeelding inzetten, dat heb ik van hem geleerd. Hij heeft me ook gestimuleerd om me na mijn postdoc op een compleet ander onderwerp te richten. Dat had hij zelf destijds ook gedaan, daar blijkt dat creatieve wel uit.’
Nolte was opgeleid als polymeerchemicus en maakte begin jaren tachtig de overstap naar het toen nog piepjonge terrein van de supramoleculaire chemie. David Reinhoudt, emeritus hoogleraar aan de Universiteit Twente, was er persoonlijk getuige van. ‘Ik ontmoette hem voor het eerst bij UCLA, in de groep van Don Cram waar Roeland aankwam voor een postdocplaats. Hij maakte daar kennis met de supramoleculaire chemie en werd meteen enthousiast. “Als ik terug ben in Nederland wil ik dat ook gaan doen”, zei hij.’ En dat deed hij, na zijn aanstelling in Nijmegen. Reinhoudt: ‘Dat vond ik heel prettig, want ik was ondertussen in Twente gestart en nu was er tenminste een tweede groep in Nederland die aan supramoleculaire chemie ging werken, wat in die tijd echt nog een buitenbeentje in het veld was. We hebben sindsdien altijd veel samengewerkt en privé veel contact gehad, ook met Jan Reedijk om samen te golfen.’ Roeland Nolte overleed op 15 februari, hij werd 79 jaar.
Nog geen opmerkingen