Bij de start van Pivot Park in 2012 was niet iedereen ervan overtuigd dat het zou werken. Maar inmiddels is duidelijk dat het park een magneet is voor startende bedrijven in de farma. ‘We proberen ons echt te verplaatsen in de huurders en te kijken wat zij nodig hebben.’
Het is niet ver lopen van Station Oss naar Pivot Park, het tien jaar oude bedrijvenpark midden in de bebouwde kom. Hier wisselen historische gebouwen, typische jaren ’80-bedrijfspanden en gloednieuwe labs elkaar af. En er zijn bouwputten, want Pivot Park is nog lang niet klaar.
In een onopvallend bedrijfsverzamelgebouw houdt Brigitte Drees kantoor. Sinds 2018 is zij directeur van Pivot Park. Opgeleid als apotheker koos ze in 1992 voor Organon. ‘Dáár wilde ik werken, ik wilde naar de ondernemende kant.’ Na tien jaar was het tijd voor iets nieuws. Ze ging werken bij een keten van apotheken en begon later als zelfstandig consultant en vervulde opdrachten voor uiteenlopende partijen in de farmaketen. ‘Van de heel vroege R&D tot aan de eindgebruikers. Innovatie, zorg en vooral de zakelijke kant, het kwam allemaal voorbij.’ Nu zet ze die kennis in om startende farmabedrijven op weg te helpen en te laten doorgroeien. ‘Wij kennen de farmawereld en snappen daarom wat bedrijven nodig hebben.’
Je bent hier vijf jaar geleden begonnen. Wat trok je aan in deze baan?
‘Van alle fasen in het leven van een geneesmiddel houd ik het meest van de vroege fase. Dan staat de spanning er vol op en dat vind ik leuk aan mijn werk hier. We doen er alles aan om ondernemers in die fase zo goed mogelijk te ondersteunen. Dat betekent klantgericht zijn. En ondernemen, want wij moeten als park ook steeds blijven ontwikkelen en innoveren.’
Pivot Park begon als een publiek gefinancierd initiatief om kennis en werkgelegenheid voor Oss en de regio te behouden. Zijn dat nog steeds belangrijke targets of moeten jullie ook financieel presteren?
‘We hebben drie doelstellingen: innovatie stimuleren, zorgen voor werkgelegenheid en winstgevend zijn. Op al die drie punten rekenen onze aandeelhouders, dat zijn nu de provincie Noord-Brabant en de gemeente Oss, ons af.’
Waar zit die winst in?
‘Bedrijven op het park betalen huur en servicekosten, dat zijn onze inkomsten.’
‘Bij de start was er veel scepsis’
Dus het vastgoed is de basis van het verdienmodel?
‘We zijn nadrukkelijk geen huisjesmelker, als je dat bedoelt. Vastgoed is voor ons een middel, geen doel. Voor bedrijven is het een groot voordeel dat wij helemaal zijn gericht op farma en alles daarop inrichten. Bovendien kunnen wij inrichting, verbouwingen en aanpassingen voorfinancieren. We proberen ons echt te verplaatsen in de huurders en te kijken wat zij nodig hebben.’
Hoe baken je dat farmaprofiel af als het gaat om de criteria voor huurders? De ontwikkelingen in het veld gaan snel.
‘Ja, dat is een goed punt. Diagnostiek is een voorbeeld, daarvan zei ik altijd dat het hier niet past, maar nu zeg ik niet meer meteen ‘nee’. Companion diagnostics kruipen echt richting farma. Waar wij vooral ook naar kijken is het team. Hebben we er vertrouwen in dat ze succesvol zullen zijn? Wat voor club is het en past dat hier?’
Bij de start in 2012 waren er veel kritische geluiden. Het park zou slechts een zoethoudertje zijn voor Oss, het zou niks worden omdat er hier geen universiteit is, geen academisch ziekenhuis, er waren al zoveel campussen, etcetera.
‘Klopt, bij de start was er veel scepsis, maar dat is inmiddels wel gelogenstraft.’
Waar is volgens jou het succes aan te danken?
‘Wij zijn hier helemaal gericht op farma, we snappen wat onze huurders nodig hebben. Dat is een groot verschil met een universitaire campus waar iedere spin-off een plekje moet krijgen. Ook belangrijk is dat het hier begon met veel bedrijven die services leveren aan derden, meestal wereldwijd opererende farmabedrijven. Partijen die goed weten wat er speelt binnen de farmasector. Dit waren in eerste instantie oud-MSD- of Organonmedewerkers die ‘hun’ deskundigheid meenamen. Dat heeft allemaal geholpen om hier meteen nieuwe bedrijvigheid van de grond te krijgen. En dan is er de enorm positieve rol van de provincie, de gemeente en met name de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij. Zonder hun steun was dit niet gelukt. Ten slotte maakt ook het lokale profiel een verschil. Het is niet voor niets dat Organon hier begon, dat Unilever hier z’n basis heeft, dat Philips hier ooit zijn eerste fabriek buiten Eindhoven opstartte.’
Wat is dan dat Oss-profiel?
‘Een combinatie van de Rotterdamse niet-lullen-maar-poetsen-mentaliteit en het verbindende van Brabant.’
‘Onderwijs is een belangrijke groeifactor’
Er wordt nog volop gebouwd, maar zijn er nog andere plannen voor de komende jaren?
‘Onderwijs is een belangrijke groeifactor voor het park. Groeiende bedrijven hebben mensen nodig. En dus is het ook in ons belang om te zorgen dat er voldoende goed opgeleide mensen zijn. Daarom willen we hier ook nascholing en post-graduate-programma’s aanbieden. Dat doen we niet alleen, maar we werken samen met verschillende onderwijsinstellingen. Een tweede belangrijke project, is een ‘lab of the future’, met onder meer een demo-lab voor leveranciers. Dit lab zal tegelijkertijd functioneren als een shared facilities lab voor start-ups en als een opleidingslab. Dit lab komt dichtbij de starters in het nieuwe, nog te bouwen, incubatorgebouw.’
Je zit hier nu vijf jaar. Als we nog eens vijf jaar vooruitkijken, wat zien we hier dan?
[Wijst naar een plattegrond aan de muur waar ook alle geplande nieuwbouw op staat] ‘Dan is dat allemaal gebouwd of in aanbouw, hebben we echt heel veel ruimte erbij en zijn we weer verdubbeld in aantallen mensen en bedrijven. Wat ik hoop is dat we tegen die tijd ons niet meer allemaal apart presenteren als Pivot Park, Organon, MSD en Aspen, maar veel meer als Oss Life Sciences Park. Een beweging die met het vieren van 100 jaar farma in Oss inmiddels al voorzichtig is ingezet.’
Nog geen opmerkingen