Gooi met CRISPR-Cas een specifiek fragment van kippen-DNA door elkaar en je krijgt kuikens die resistent zijn tegen vogelgriep. Zo bescherm je niet alleen de pluimveebranche maar ook de rest van de mensheid, stellen Britse onderzoekers in het onlinetijdschrift eLife.
Bij kippencelkweekjes in een petrischaaltje werkt het al, maar de auteurs benadrukken dat er nog geen complete gen-kippen zijn geboren.
Eigenlijk wilden Jason Long, Wendy Barclay en collega’s van Imperial College London weten waarom vogelgriepvirussen zich normaal gesproken niet vermenigvuldigen in mensen en andere zoogdieren. Al eerder ontdekten ze dat dat vermoedelijk ligt aan de zogeheten ANP32-eiwitten, die worden aangemaakt door de gastheer. Het virus heeft die nodig ter ondersteuning van de polymerase-eiwitcomplexen, die het zelf aanmaakt om in de celkern van die gastheer het eigen RNA te kunnen vermenigvuldigen. Bij vogelgriepvirussen zit in één van de eiwitten van zo’n complex een glutaminezuurbouwsteen op de plek waar bij zoogdiergriepvirussen een lysine zit, en dat verschil blijkt in de praktijk voldoende om zoogdieren-ANP32 niet te laten ‛passen’.
Het houdt tevens in dat er maar één mutatie nodig is om vogelgriep wél gevaarlijk te maken voor mensen. De beruchte Spaanse griep uit 1918 is mogelijk zo’n plotseling gemuteerd vogelgriepvirus geweest.
Van ANP32 bestaan verschillende varianten en eerder onderzoek liet al zien dat mensen er twee hebben die de vermenigvuldiging van menselijke influenzavirussen steunen: ANP32A en B. Kippen hebben ook twee varianten die met dezelfde lettercodes worden aangeduid, maar de huidige publicatie laat zien dat dat ten onrechte is. Beide versies van ANP32A lijken inderdaad sterk op elkaar maar kippen-ANP32B blijkt genetisch behoorlijk te verschillen van menselijk ANP32B; het lijkt eerder verwant aan ANP32C, een variant die onder meer voorkomt bij kikkers en buideldieren.
Bij de vermenigvuldiging van influenzavirussen lijkt kippen-ANP32B dan ook geen serieuze rol te spelen. Barclay en collega’s toonden het aan door het bijbehorende gen in kippencellen uit te schakelen met CRISPR-Cas - voor de activiteit van vogelgriepvirussen maakte dat niets uit.
Het grote verschil tussen kippen-ANP32B en het wél werkende ANP32A blijkt te bestaan uit een extra stuk van 33 aminozuren in de A-variant, om precies te zijn de aminozuren 176 tot en met 208. Als je de volgorde daarvan met CRISPR-Cas door de war gooit, krijg je kippencellen die vogelgriep-polymerases niet meer ondersteunen. Menselijke influenza bevorderen ze overigens nog wel, wat doet vermoeden dat je daarvoor alleen de correcte lengte van de sequentie nodig hebt (wellicht om het eiwit correct te laten vouwen) en niet de exacte aminozuurvolgorde.
Gooi je de 27 aminozuren door elkaar die er vlak vóór zitten, dus de nummers 149 tot en met 175, dan kan het menselijke grieppolymerase er ook niet meer mee overweg. Die exacte volgorde is dus kennelijk nog belangrijker. De reden is nog volkomen onduidelijk; het wachten is op iemand die de structuur van de combinatie van ANP32A en polymerase weet op te helderen.
ANP32A heeft ook functies die essentieel zijn voor de kip zelf, en vervelend genoeg is nog niet exact bekend welke dat zijn. Haal je het hele gen er uit, dan weet je zeker dat je problemen kunt verwachten. Gooi je alleen een deel van de aminozuurvolgorde om, dan heb je tenminste nog een kansje dat de schade meevalt. De auteurs hebben al kunnen aantonen dat één belangrijke functie, die te maken heeft met het oprollen van DNA in histonen, op deze manier behouden blijft. Maar over de rest doen ze geen uitspraak en ongetwijfeld zal nog heel veel vervolgonderzoek nodig zijn eer de griepvrije gen-kip bij de poelier ligt.
bron: eLife
Nog geen opmerkingen