Promoveren met een beurs in plaats van een arbeidscontract. Je levert er arbeidsvoorwaarden voor in, maar krijgt er vrijheid voor terug. Op papier dan, want volgens beurspromovendi pakt het anders uit.
Eind 2016 startte in Nederland als experiment het PhD-beurzenprogramma. Promovendi die hieraan meedoen, zijn niet in loondienst, maar worden gezien als student en krijgen een maandelijkse beurs. Bij de Erasmus Universiteit Rotterdam startten vijftien beurspromovendi, bij de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) ongeveer 850. Een derde van hen doet onderzoek bij de faculteit science & engineering (S&E).
‘Ik heb soms het gevoel dat ik erin getrapt ben’, vertelt farmaceutisch onderzoeker Carin Biel (25). ‘Het programma was de enige manier om deze plek te bemachtigen.’ Voor Steffen van Heijningen (27), gedrag- en neurowetenschapper, was het ook zijn laatste kans. ‘Dat is de enige reden dat ik de beurs heb geaccepteerd.’
Beurzen verstrekken is voor de universiteit een stuk goedkoper dan medewerkers aannemen. ‘Er zijn daardoor meer promotieplekken gekomen. Dat is het grote voordeel van het programma’, beseft Van Heijningen.
Gemakkelijk uitbuiten
Voor werknemerpromovendi ligt vaak al een onderzoeksvoorstel klaar, maar voor een beurs solliciteer je met je eigen projectidee. Biel deed dat succesvol en creëerde zo haar eigen functie: ‘Een goede insteek, want in mijn ervaring levert het enthousiastere studenten en creatievere projecten op.’ Dit zien Van Heijningen en Jacob Bakker* (26), ook beurspromovendus aan de faculteit S&E, niet terug. Hun begeleider hielp met het onderzoeksvoorstel. Bakker: ‘Een masterstudent heeft nog niet de vaardigheden om een realistisch projectvoorstel te schrijven.’
Ook de arbeidsvoorwaarden van beurspromovendi en promovendi in loondienst verschillen. Zo krijg je als werknemer onder meer loonsverhoging en vakantiedagen. Daar staat tegenover dat je vaste werktijden hebt en doceert. Als beurspromovendus heb je die rechten en plichten niet. Er is geen cao en je bepaalt zelf waar en hoeveel je werkt, als je het einddoel maar in de gaten houdt. Voor die vrijheid lever je wel een deel van je salaris in. Ook pensioen, vakantiegeld en dertiende maand vallen weg.
‘Aan het einde van de rit krijg ik wel een kwart minder salaris’
‘Een beurspromovendus kun je gemakkelijk uitbuiten’, meent Bakker. Onderwijs geven hoeft bijvoorbeeld niet; de nood aan docenten is echter hoog. Van Heijningen: ‘Ik wijs verzoeken om les te geven af, maar daarvoor moet je echt stevig in je schoenen staan.’ Biel wordt geacht elke dag op de vakgroep te zijn. ‘Ik vind dat niet erg, je moet wel realistisch zijn. Ik sta veel op het lab en promoveren lukt niet als je niets uitvoert.’
PhD-studenten en -werknemers krijgen evenveel begeleiding en de kwaliteit van hun onderzoek is gelijkwaardig. ‘Ik voel me zeker geen tweederangscollega en doe precies hetzelfde werk als een promovendus in loondienst,’ zegt Bakker, ‘maar aan het einde van de rit krijg ik er wel een kwart minder salaris voor.’ Van Heijningen vindt het salaris op zich acceptabel. ‘Maar in december krijgt mijn collega zijn dertiende maand en ik niet. Dat verschil steekt.’
*Gefingeerde naam; de echte naam is bij de redactie bekend.
Evaluatie
Door gebrek aan belangstelling van alle universiteiten behalve de RUG krijgt het beurzenprogramma voorlopig geen nieuwe plekken. De uitslag van de tussentijdse evaluatie, uitgevoerd door een externe partij, is elk moment te verwachten. De eindevaluatie is eind 2021. Dan is ook duidelijk hoeveel studenten er daadwerkelijk zijn gepromoveerd en hoe hun positie op de arbeidsmarkt is.
Nog geen opmerkingen