Productieverhoging blijkt funest voor levensduur.

In de smeltovens van Pechiney wordt gesmolten aluminiumoxide omgezet in metallisch aluminium. Dit gebeurt via een elektrolyseproces. De binnenkant van de smeltoven bestaat uit koolstof, dat tevens dient als kathode. De anodes zijn eveneens van koolstof en hangen middenin de smelt.

In de fabriek in Vlissingen-Oost heeft Pechiney 512 van die ovens staan. In 2002 zijn die gemoderniseerd en is de productiecapaciteit verhoogd. Sindsdien zijn er echter continu problemen geweest met de ovens, die maximaal nog maar twee jaar meegingen in plaats van vijf tot zes jaar.

Het probleem blijkt te zijn dat door de verhoogde productie ook meer warmte wordt gegenereerd, en dat de warmte-afvoer van de ovens hier niet op is berekend. “Het elektrolyt stolt bij 950 graden Celsius”, legt directielid Hans Frijlink uit. “Normaal ontstaat tegen de ovenwand een laagje vast elektrolyt, dat de wand beschermt. Dat gebeurt nu niet. En omdat het metaal in de oven beweegt, staat de wand bloot aan abrasieve slijtage.”

Momenteel zijn nog maar 380 van de 512 ovens in gebruik. De vernieuwing is uitgesteld totdat een oplossing zou zijn gevonden.

Volgens Frijlink is die oplossing er nu. De constructie van de zijwanden wordt gewijzigd, zodat de warmte gemakkelijker weg kan. Proeven met twintig ovens zijn succesvol verlopen. De rest zal nu ook worden verbouwd, te beginnen met de exemplaren die stilliggen.