In de loop van 2021 mag je in Nederland juridisch naast begraven of cremeren ook kiezen voor resomeren: het stoffelijk overschot hydrolyseren in loog. Wat is de chemie erachter?
In de loop van 2021 mag je in Nederland juridisch naast begraven of cremeren ook kiezen voor resomeren: het stoffelijk overschot hydrolyseren in loog. Wat is de chemie erachter?
Nadenken over het onvermijdelijke is aan veel mensen niet echt besteed, maar resomeren brengt het onderwerp toch onder de aandacht. Eind 2020 besliste minister Ollongren na een advies van de Gezondheidsraad dat die optie past naast begraven en cremeren. Nederlanders kunnen zodra de Wet op de lijkbezorging is aangepast, kiezen voor wat sommigen watercrematie noemen: hydrolyse in 5 % loog gedurende enkele uren in een drukvat bij circa 130 °C.
Het lijkt een recente innovatie, maar de techniek heeft inmiddels een lange geschiedenis die begin jaren negentig begon met de experimentele destructie van proefdierkadavers, aldus Joe Wilson van Bio-Response Solutions uit Danville, Indiana, VS. Zijn bedrijf is op dit moment, naast Resomation uit Schotland, de belangrijkste fabrikant van operationele resomeerinstallaties. ‘Ik begon in 1997 een bedrijf rond die technologie, met een octrooi waarmee je het resomeerapparaat kunt kantelen. Dat kost minder energie en zorgt ervoor dat je het watervolume kunt doseren. Zo kun je het overgebleven botmateriaal makkelijker verzamelen.’
Geen ziekteverwekkers
Bio-Response Solutions levert tegenwoordig diverse systemen aan proefdierlaboratoria en mobiele apparatuur voor vee, op locatie bij boeren. Er is ook een apparaat ontwikkeld voor huisdieren. Vorig jaar nam een dierenuitvaartcentrum in Venlo een exemplaar in gebruik. Wilson: ‘Systemen voor dieren vormen op dit moment ons belangrijkste product. De invoering gaat sneller, want er zijn minder regels. Van het uitvaartsysteem voor mensen zijn er momenteel dertig in gebruik in de VS, Canada, Mexico en Zuid-Afrika.’
‘De resomator doet binnen drie à vier uur zijn werk’
Tijdens de ontwikkeling van de technologie is het hydrolysaat van dieren en mensen diverse malen bestudeerd in infectieproeven en massaspectrometers. Dat onderzoek laat zien dat alle macromoleculen grondig worden afgebroken. Bacteriën, virussen en prionen – de oorzaak van gekkekoeienziekte – worden vernietigd. Eventuele ziekteverwekkers waaraan iemand is overleden, en ook de microberijke darmflora zijn dus kansloos.
Uitvaartonderneming Yarden schakelde in 2018 de Nederlandse onderzoeksinstelling TNO in voor een onafhankelijk oordeel in een veiligheidsanalyse (TNO 2018 R10677). Daarbij analyseerde die ook effluent uit een resomeerinstallatie in een lab in de VS. Chemicus Mark Spruijt werkte bij de toenmalige afdeling industriële veiligheid van TNO. Hij reisde naar Minnesota om een resomatie bij te wonen. Alle observaties en de analyse van het effluent zitten samen met een risicoanalyse in dit rapport.
‘Het is confronterend, maar ook interessant om zoiets te aanschouwen’, vertelt Spruijt. De roestvrijstalen resomator staat achter een glazen wand, in een van de nabestaanden gescheiden ruimte. ‘De overledene is gehuld in een afbreekbare wade; je schuift hem op een draagbaar in de resomator, die vervolgens binnen drie à vier uur zijn werk doet. Uiteindelijk ben je opgebouwd uit cellen, een bonte verzameling zakjes met sap, zei een hoogleraar biochemie mij ooit. Een mens bestaat voor zeventig procent uit water, met eiwitten, vetten, polysaccharides en lipides uit celmembranen. Er is niet eens veel loog nodig om dat te hydrolyseren.’
Spierwitte botten
Watercrematie vindt plaats in een roestvrijstalen tank met ongeveer 250 l water en circa 12 kg kaliumhydroxide. Daarbij stroomt de loog continu langs het lichaam. Hierna spoel je de botresten en verlaag je de temperatuur van het effluent met koud water, vervolgens neutraliseer je met zwavelzuur. De effluenttank vangt in totaal zo’n 2.000 l op.
De uitgeloogde beenderen was, droog en vermaal je, en kun je net als crematie-as bijzetten, uitstrooien of meenemen. Spruijt: ‘Er blijven werkelijk spierwitte botten over. Het gebit, vullingen en implantaten – zoals kunstheupen en pacemakers – blijven onaangetast.’
Net als bij cremeren houd je rekening met lichaamsgewicht en -samenstelling. De procesparameters en de duur stem je af op de overledene, aldus Spruijt. ‘Dat kun je managen door de installatie in te regelen. Gebruikers hebben daarvoor verschillende keuzeprogramma’s ontwikkeld.’
‘Het duurde jaren voordat mensen zagen dat dit een levensvatbare technologie is’
In een alkalisch bad vallen eiwitten uiteen in aminozuren en kleine peptides, hydrolyse van glycogeen levert suikers die het alkalisch milieu verder slopen. Vetten splitsen in glycerol en vetzuren, die vervolgens zouten vormen, zoals kaliumpalmitaat en kaliumoleaat. Die verzeping bepaalt de keuze voor toevoeging van kaliumhydroxide, soms gecombineerd met natriumhydroxide. Kaliumzeep blijft bij afkoeling vloeibaar en dat maakt het hydrolysaat eenvoudiger af te voeren.
Het proceswater uit de Amerikaanse installatie bleek zoals te verwachten rijk aan opgeloste stoffen: 3,8 g droge stof per liter, 5,4 g vetzuurzouten en 5,5 g sulfaat. Het Biochemisch Zuurstofverbruik – de maat voor de hoeveelheid zuurstof die nodig is om de organische stof af te breken – is verhoogd: 18,5 g per liter.
Spruijt: ‘Het waterschap Zuiderzeeland heeft die getallen beoordeeld als niet uitzonderlijk. Voor dit soort waarden in afvalwater van de voedingsmiddelenindustrie worden ook vergunningen afgegeven. Als resomeren in de toekomst gangbaar wordt, en het volume effluent toeneemt, moet mogelijk opnieuw worden gekeken naar milieubelasting en vergunningen.’
Vanuit veiligheidsperspectief ziet Spruijt geen beren op de weg in vergelijking met andere industriële processen. ‘Als het apparaat een CE-keurmerk heeft, de druktank is gekeurd door het Stoomwezen, en de programmatuur naar behoren werkt, dan zie ik operationeel en vanuit arbeidsomstandigheden geen bezwaar. Ondernemingen die hiermee beginnen moeten alleen een Risico Inventarisatie & Evaluatie maken om er veilig mee te werken.’
Milieu-impact
In Nederland is de komst van resomeren ingegeven door de wens om de milieu-impact van de uitvaart te beperken. Het idee om van het gas af te gaan, is voor de uitvaartsector rond 2012 de belangrijkste trigger geweest om alternatieven te onderzoeken. Een crematie verbruikt in drie uur ongeveer evenveel gas als een gemiddeld Nederlands huishouden in een jaar verstookt.
Gasverbruik en emissies waren voor uitvaartonderneming Yarden in 2014 reden om TNO een vergelijkende milieu-analyse te laten uitvoeren (TNO 2014 R11303). Daarin komt resomeren op veel vlakken gunstig uit de bus. In vergelijking met begraven legt het geen beslag op schaarse grond, en afgezet tegen cremeren liggen energieverbruik en luchtvervuiling veel lager. ‘Ook in de VS maken emissie-eisen en de hoge kosten van rookgasreinigers voor crematoria van resomeren steeds meer een logisch alternatief’, zegt Wilson.
Lange adem
De Gezondheidsraad heeft alle onderzoeken en analyses gewogen, en adviseerde minister Ollongren dat er geen bezwaren zijn tegen invoering van resomeren (Gezondheidsraad Nr 2020/06). In dat advies staat ook dat van een tweede alternatief – humaan composteren – nog veel te weinig bekend is om een afweging te kunnen maken.
Ondanks groen licht is het de vraag hoe snel resomeren een plek verovert in de Nederlandse uitvaartmarkt. Wilson is na twee decennia pionieren optimistisch, maar schat toch dat het lang gaat duren. ‘Ik bouwde in 1998 een eerste systeem, en vrijwel niemand was geïnteresseerd. Het duurde jaren voordat mensen zagen dat dit een levensvatbare technologie is. Het gaat inderdaad langzaam, maar dat is niet erg. Wij zijn een klein bedrijf, en kunnen zo de groei van de markt bijbenen. We hebben nu acht machines in bestelling en ik heb al land gekocht om de fabriek verder uit te breiden. Resomeren is een blijvertje, maar het duurt nog minstens twintig jaar voordat het de belangrijkste uitvaartmethode is geworden.’
Nog geen opmerkingen