Mike Boxem van de Universiteit Utrecht behoort tot de 34 gelukkigen die hun onderzoek mogen voortzetten met de Vici-beurs van NWO.

‘Met de Vici-beurs van NWO kan ik vier mensen aannemen en mijn onderzoek naar celpolariteit de komende vijf jaar verder uitbouwen’, zegt Mike Boxem (43), bioloog en universitair hoofddocent bij de afdeling biodynamics en biocomplexity van de Universiteit Utrecht. ‘Alweer acht jaar werk ik in Utrecht aan de manier waarop dierlijke cellen zelf inregelen wat de boven- en onderkant is. Dat hangt samen met de vorm en de functie van de cel. Vooral epitheelcellen zijn gepolariseerd. Neem bijvoorbeeld darmepitheel. Aan de apicale (boven)kant nemen de cellen voedsel op uit de darm en aan de basale (onder)kant geven ze voedingsstoffen af aan de bloedsomloop.’ Boxem is vooral geïnteresseerd in welke moleculaire mechanismes de boven- en onderkant van een cel bepalen. En wat er gebeurt als een volwassen cel zijn polariteit verliest.
‘Met het kleine wormpje C. elegans is het gemakkelijk te onderzoeken, het heeft slechts 959 cellen en een korte generatietijd. Zo kunnen we met fluorescente markers de eiwitten in de C. elegans-cellen in korte tijd volgen onder de microscoop.’
Inmiddels weet zijn onderzoeksgroep wel welke eiwitten een rol spelen bij celpolariteit, zoals Par3 en Par6, maar is nog onbekend wat de onderlinge relaties tussen die eiwitten zijn. ‘Het is erg complex, maar daarom juist fascinerend’, benadrukt Box-em. ‘Ten eerste is het visueel heel mooi om te zien hoe die polariteit zich vormt in de cel, en hoe met een paar simpele eiwitten een heel complexe situatie is te vormen.’

Grensverleggend

Boxem coördineert ook het internationale Marie Curie Netwerk PolarNET, een samenwerkingsverband van vijftien aio’s, die verbonden zijn aan een onderzoeksinstelling buiten hun land van herkomst. Boxem houdt de aanvragen bij van promovendi die willen deelnemen aan het netwerk en organiseert bijeenkomsten. ‘De kick-off-meeting eind vorig jaar was een groot succes. Aio’s komen bijvoorbeeld uit Griekenland, India en Taiwan. Iedereen werkt aan celpolariteit, dat schept een band. Je voelt je direct onderdeel van het geheel. Een keer per jaar hebben we een bijeenkomst. Verder zijn er ook gezamenlijke cursussen en internationale bedrijfsbezoeken.’ Voor twee dagen per week heeft hij onlangs iemand aangesteld om hem bij deze activiteiten te ondersteunen. ‘Hoewel ik het erg leuk vind, kost het wel veel tijd naast mijn eigen onderzoek’.

 

Studenten zien transformeren is geweldig

Honoursprogramma Molecular life sciences

Boxem geeft ook graag onderwijs en ziet zichzelf daarbij als voorbeeld voor jonge onderzoekers. ‘In het eerste bachelorjaar zie je studenten vaak nog schipperen met wat ze willen, maar tijdens de opleiding transformeren ze tot talentvolle toekomstige wetenschappers.’ Hij is als coördinator van het honoursprogramma voor molecular life sciences ook verantwoordelijk voor het geven van verdiepende opdrachten aan tweede- en derdejaars bachelorstudenten. ‘Behalve dat het leerzaam is voor de studenten, kan ik ze zo ook warm maken voor mijn onderzoek, dat is uiteindelijk toch mijn grootste passie.’