Radioactief jodium laat zich simpel vastleggen in vast loodjodiumvanadiniet dat je veilig kunt opslaan. Kwestie van even in de magnetron, zo meldt Neil Hyatt (University of Sheffield) in het Journal of Nuclear Materials.

Loodjodiumvanadiniet is een keramisch materiaal met de samenstelling Pb5(VO4)3I. Om het te maken liet Hyatt het jodium eerst neerslaan in de vorm van loodjodide (PbI2). Daar deed hij loodoxide (PbO) en vanadiumoxide (V2O5) bij, waarna hij het mengsel gewoon in een huis-, tuin- en keukenmagnetron zette en 3 minuten verwarmde bij 800 W.

Dat dit werkt, komt doordat vanadium de standaard 2,45 GHz-magnetronstraling sterk absorbeert. Dat warmt het mengsel op zodat de zouten smelten en zich kunnen recombineren tot Pb5(VO4)3I . Dat keramiek absorbeert 2,45 GHz juist heel slecht, dus zodra het is gevormd blijft verdere opwarming uit. De temperatuur blijft zo ruim beneden de waarde waarbij jodium kan reageren tot I2 om vervolgens te verdampen. Je hoeft dus niet eens een deksel op je reactorvat te doen.

Volgens Hyatt is het de eerste effectieve methode om radioactief jodium überhaupt op te vangen. Bij het opwerken van gebruikte splijtstof in het Britse Sellafield laat men het tot nu toe gewoon de zee in lopen, zo heeft hij vernomen. Bij de ramp in Fukushima is dat trouwens ook op grote schaal gebeurd.

De methode zou vooral interessant zijn voor jodium-129, dat een extreem lange halfwaardetijd van 15,7 miljoen jaar heeft.

bron: University of Sheffield

Onderwerpen