Wie een groepje middelbare scholieren vraagt naar hun beroepsvoorkeur, zal niet snel te horen krijgen dat ze scheikundeleraar willen worden. Ook Rolien Dijksterhuis (22 jaar) dacht er een paar jaar geleden nog net zo over. Nu geeft ze met veel plezier natuur- en scheikunde aan het Christelijk Lyceum Veenendaal. En haar enthousiasme groeit nog steeds.

Na het vwo verhuisde Rolien van het hoge noorden naar Wageningen voor een studie moleculaire wetenschappen. Eén jaar was ruim voldoende om een afkeer te ontwikkelen van het labwerk en de grote hoeveelheid theoretische kennis die ze geacht werd op te doen. Het aantal studiepunten dat ze haalde was dan ook bedroevend, herinnert ze zich nu. “Toch vond ik scheikunde nog steeds leuk, maar dan wel met een sociale component. Zo ben ik uiteindelijk uitgekomen bij de lerarenopleiding scheikunde aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. De eerste twee jaar van deze opleiding zijn gelijk aan de hlo-opleiding Chemie, daarna begint de eigenlijke leraren-opleiding aan het Instituut voor Leraar en School in Nijmegen, die ook nog eens twee jaar duurt. Gelukkig kreeg ik, nadat ik mijn cijferlijsten had overlegd en mijn motivatie had aangetoond, een vrijstelling voor het eerste jaar. Daardoor had ik nog één theoretisch jaar te gaan, maar met het vooruitzicht op de leraren-opleiding was mijn motivatie groot genoeg om dat snel af te ronden.

 

Stages

Ruim twee jaar na het behalen van het vwo-diploma staat Rolien voor het eerst zelf voor de klas. In haar opleiding had ze al wel diverse stages gelopen op verschillende scholen. “Bij mijn eerste stage dachten nogal wat leerlingen dat ik een van hen was. Zo’n eerste stage is vooral een kijkstage, waarin je kennismaakt met een school. Je proeft de sfeer en mag af en toe zelf eens lesgeven. Pas tijdens de tweede stage sta je gedurende langere tijd voor de klas, terwijl er op de achtergrond iemand meekijkt.

Bij je derde stage sta je echt alleen voor de klas. Je draait dan mee als een volwaardig docent, met op afstand een begeleider. In het begin vond ik het wel eng om alleen voor de klas te staan. Als je zelf nog zo jong en onervaren bent, is de gezagsverhouding niet bij voorbaat duidelijk. Daarom zal ik ook niet zo snel heel erg amicaal omgaan met mijn leerlingen. Vooral in het begin probeerde ik erg streng en consequent te zijn. Als je meteen duidelijk maakt hoe de verhoudingen liggen, krijg je later meer krediet van de leerlingen.”

 

Rolien geeft inmiddels één jaar les aan diverse klassen in de onderbouw van vmbo, havo en vwo. Ze koos bewust voor een parttime aanstelling van circa 65 procent. “Ik wil niet dat mijn wereld zich beperkt tot de school waar ik werk. Naast mijn werk als leraar ben ik bijvoorbeeld actief voor Stichting C3, die scheikunde promoot in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs. Chemie is op de middel-bare school een van de minst populaire vakken. Daarom is het belangrijk dat je als scheikundeleraar het vak aantrekkelijk presenteert. Bij Stichting C3 wordt daar voortdurend over nagedacht.

 

Uitdaging

Vernieuwing van het vak zie ik als een van de grootste uitdagingen voor de komende tijd. Wanneer je leerlingen de relevantie laat zien van chemie in hun dagelijks bestaan en ze actief bij de lessen betrekt, kun je ze echt wel enthousiast krijgen. Zo heb ik leerlingen uit de tweede klas gevraagd om zelf onderzoekjes te verzinnen die ze tijdens de les zouden willen uitvoeren. Die aanpak viel heel erg goed. Ook als jonge leraar kun je een belangrijke rol spelen in de vernieuwing van het onderwijs. Maar dan moet je wel willen investeren en de confrontatie aandurven met de oude garde. Ik ben ervan overtuigd dat die inspanning zich uiteindelijk dubbel en dwars uitbetaalt.”

Onderwerpen