Purdue-onderzoekers hebben octrooi aangevraagd op een simpele, snelle detectie van kristalvorming in poedervormige geneesmiddelen. Hun triboluminescentie-apparaat slaat al alarm als het poeder 140 ppm kristallen bevat, schrijven ze in het tijdschrift Analytical Chemistry.
Zulke kristallen zijn over het algemeen ongewenst. Vaak zijn actieve geneesmiddelbestanddelen sowieso matig oplosbaar in water. Als ze ook nog gaan uitkristalliseren, wordt de oplosbaarheid zo slecht dat het medicijn de patiënt alweer verlaten heeft voordat het zijn werk heeft kunnen doen.
Vandaar dat men zulke medicijnen zo probeert te formuleren dat een inactieve matrix de kristallisatie van de actieve componenten in de weg staat. Maar als dan tijdens de productie iets mis gaat en ze tóch gaan uitkristalliseren, verandert ook meteen het verband tussen de dosering en het te verwachten effect.
De test van Garth Simpson en zijn promovendi Casey Smith en Scott Griffin werkt met triboluminescentie, een matig begrepen fenomeen waarbij poeders licht gaan geven wanneer je ze nog verder verpulvert en er chemische bindingen worden verbroken. Het effect wordt vooral geassocieerd met kristallen, vandaar dat je het kunt gebruiken om kristalliniteit op te sporen.
Het analyse-instrument bestaat uit niet veel meer dan een elektromagnetisch bewogen hamertje (het rode dingetje op de foto), een transportmechanisme dat een microscoopglaasje met poeder onder dat hamertje door beweegt, en een lichtgevoelige cel die de eventuele triboluminescentie opvangt.
Bij proeven met griseofulvine (een oud middel tegen schimmelinfecties) in een polyethyleenglycol-matrix bleek 140 ppm kristallijn materiaal nog te detecteren.
De onderzoekers zien er vooral een manier in om productielijnen te monitoren. Zodra hun apparaat een signaal geeft, weet je dat het tijd is om de productie stil te leggen en via een uitgebreide, kwantitatieve laboratoriumanalyse de ernst van het probleem vast te stellen.
Vervolgonderzoek moet leren hoe breed het toepassingsgebied is. Ook werken de onderzoekers aan een microfluïdische cel die moet kunnen vaststellen of amorf poeder alsnog uitkristalliseert wanneer het in contact komt met water.
bron: Purdue
Nog geen opmerkingen