De Raad voor Concurrentievermogen in Brussel heeft een akkoord bereikt over het 7e Kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling (KP7).

KP7 regelt de verdeling van de Europese onderzoeksgelden van 2007 tot 2013. In totaal valt er 55 miljard euro te verdelen. Daarmee is KP7 het op twee na grootste fonds van de EU, na landbouw en cohesiebeleid.

De Raad voor Concurrentievermogen wordt gevormd door de ministers van handel, industrie en andere economische zaken van de EU-lidstaten. Tijdens haar zitting van maandag en dinsdag is zij het eens geworden over de verdeling van die 55 miljard en de condities waaronder aan het programma kan worden deelgenomen.

Het Europese Parlement moet nu het definitieve groene licht geven zodat het programma van start kan gaan per 1 januari, als KP6 afloopt.

Een belangrijk onderdeel van KP7 is de instelling van de Europese Onderzoeksraad (European Research Council, ERC). Deze organisatie gaat grensverleggend wetenschappelijk onderzoek financieren op basis van een strenge kwalitatieve selectie. Het startbudget is nu vastgesteld op 7,4 miljard.

He grootste deel van het geld, ruim 32 miljard, wordt echter gereserveerd voor samenwerkingsprojecten van kennisinstellingen, universiteiten en bedrijfsleven uit diverse lidstaten. Deze projecten moeten zijn gericht op een aantal thema’s, waaronder ICT, energie, gezondheid, nanotechnologie, milieu en veiligheid. Mede op andringen van Nederland wordt vijftien procent van het bedrag gereserveerd voor samenwerkingsprojecten voor het midden- en kleinbedrijf.

Daarnaast worden de succesvolle Marie Curie-onderzoeksbeurzen voortgezet, komt er meer aandacht voor onderzoekersloopbanen en publiek-private mobiliteit, en zal de EU de ontwikkeling van nieuwe onderzoeksinfrastructuren intensiever gaan ondersteunen. Tevens gaat er geld naar de experimentele kernfusiereactor ITER, die wordt gebouwdin Zuid-Frankrijk.

Een gevoelig punt voor universiteiten is dat ze binnen KP7 voortaan hun volledige kosten inzichtelijk zullen moeten maken. Eurocommissaris Janez Potocnik zal wel proberen te voorkomen dat ze er hierdoor financieel op achteruitgaan ten opzichte van voorgaande Kaderprogramma’s.

Traditioneel krijgt Nederland meer uit deze pot dan het er in stopt. Verwacht wordt dat KP7 de komende jaren nog lucratiever voor Nederland zal zijn dan de Europese Structuurfondsen.

bron: persbericht Ministerie van EZ, 31 mei 2006

Onderwerpen