Momenteel is Karl Vrancken de bekendste chemicus van Vlaanderen door zijn bemoeienis met de wijdverspreide milieuvervuiling met fluorverbindingen. ‘We moeten het PFAS-dossier vooral gebruiken voor structurele aanpak van alle zorgwekkende stoffen.’
Het was eigenlijk geen verrassing dat Karl Vrancken in het voorjaar van 2021 in bestuurskringen werd genoemd als de persoon die Vlaanderen uit de PFAS-problematiek kon loodsen. Zijn expertise ligt op het vlak van milieutechnologie, afvalverwerking en circulaire economie. Hij heeft ervaring met het betrekken van uiteenlopende partijen bij onderzoek en beleid én hij is lid van het wetenschappelijk comité van het Europees Milieuagentschap.
PFAS werd een bestuurlijk hoofdpijndossier met de aanleg van de Oosterweelverbinding, een snelweg met tunnels in de buurt van de Antwerpse gemeente Zwijndrecht. Bij grondonderzoek werden daar zeer hoge concentraties perfluoroctaansulfonzuur (PFOS) aangetroffen, een nalatenschap van de 3M fabriek. Er ontstonden zorgen over graafwerkzaamheden en risico’s voor omwonenden, gevolgd door slepende juridische procedures.
Vrancken kreeg de opdracht om deze kluwen te ontwarren, middels onderzoek en advies. Hij kijkt daarbij ver over de grenzen van Zwijndrecht heen naar PFAS-problematiek in heel Vlaanderen, want deze stoffen zijn letterlijk overal te vinden in bodem, grond- en oppervlaktewater. Rond industrie en brandblusoefenterreinen worden bijvoorbeeld verhoogde concentraties gevonden. Inmiddels rapporteert hij over PFAS-verspreiding, blootstelling en advies voor nieuwe lozingsnormen, beleid en milieumaatregelen.
Hij noemt het een buitenkans om in een paar maanden tijd onderzoek te vertalen in concrete voorstellen. ‘Ik werk al 25 jaar in beleidsvoorbereidend onderzoek en dit project biedt een kans om vanuit een onderzoeksperspectief de lijnen uit te zetten, en na te gaan waar de oplossingen liggen.’
U heeft in negen maanden twee rapporten gepubliceerd met analyses van PFAS in mens en milieu, plus adviezen om verspreiding en blootstelling te beperken. Het ontwarren van het PFAS-dossier in Nederland vergde enkele jaren geleden heel wat meer tijd.
‘Het is aangenaam om dat van een buitenstaander te horen. Als je er middenin zit dan heb je het gevoel dat we gewoon doen wat we moeten doen. Er werken heel veel mensen heel hard aan, en het lukt om allerlei overheidsorganisaties hierin mee te nemen. Toch krijgen we van bewoners en actiegroepen soms het commentaar dat het allemaal niet snel en grondig genoeg gaat, terwijl we de indruk hebben heel veel werk in korte tijd te verzetten.’
Was er rond PFAS veel onbekend in Vlaanderen?
‘Er was vooral sprake van gescheiden werelden met weinig verbinding tussen verschillende overheidsinstanties. Ik denk dat het ook ontbrak aan een gevoel van urgentie. PFAS is slechts een van de zorgwekkende persistente chemicaliën, naast dioxines, PCB’s, vlamvertragers en zware metalen. PFAS lijkt op dit moment het enige milieuprobleem, en die indruk kan leiden tot tunnelvisie. We moeten het PFAS-dossier vooral gebruiken voor structurele aanpak van alle zorgwekkende stoffen. De waarschuwing om geen zelf gevangen zoetwatervis te eten bestaat bijvoorbeeld al meer dan tien jaar vanwege dioxines, PCB’s en kwik.’
In Vlaanderen overschrijden burgers al snel de wekelijkse PFAS-blootstellingsnorm van EFSA, de Europese Voedselautoriteit.
‘Onze metingen bevestigen wat dat betreft het beeld in andere Europese landen. Met een gemiddeld, gevarieerd voedingspatroon overschrijd je al snel de volgens EFSA toelaatbare wekelijkse dosis. In sommige producten meten we vaker verhoogde PFAS-waarden, vooral in eieren van scharrelkippen, en in vlees van kippen en varkens die buiten rondlopen. Dat laat zien dat PFAS in lage concentraties overal voorkomt in bodem en grondwater. En er is een verband tussen intensieve bodemblootstelling en ophoping van PFAS. Een kip krijgt met honderd gram opgepikt voedsel dertig gram bodem binnen.’
‘PFAS lijkt op dit moment het enige milieuprobleem, en die indruk kan leiden tot tunnelvisie’
Dat geldt dan dus ook voor boerenbedrijven die kippen buiten laten. Is dat een reden om vrije-uitloopeieren te mijden?
‘Alleen als je de EFSA-norm als absolute maatstaf zou nemen. De PFAS-waarde voor het uit de schappen halen van voedingsmiddelen ligt namelijk veel hoger. Er is geen reden om Vlaamse eieren uit de schappen te halen en de PFAS-gehalten in Nederlandse eieren liggen ongetwijfeld op hetzelfde niveau. Er loopt Europees overleg voor gemeenschappelijke voedingsnormen. Het overschrijden van de wekelijkse EFSA-dosis is dus geen reden voor acuut ingrijpen, maar wel voor advies aan consumenten om het gebruik te beperken en te variëren met voeding. Bovendien is PFAS niet de enige maatstaf. Als je dierenwelzijn belangrijk vindt, kan dat een reden zijn om juist vrije-uitloopeieren te eten. Maar weet dat er iets meer PFAS zit in vergelijking met ei van een kip die opgehokt leeft.’
Het risico van PFAS-blootstelling is dus een optelsom van supermarktaankopen, woonplaats en consumptie van producten uit eigen omgeving.
‘Daarom adviseren we in bepaalde risico-zones, bijvoorbeeld rond de 3M fabriek in Zwijndrecht, om de consumptie van eieren uit eigen tuin te beperken. Mensen die leven in een gebied met hogere blootstelling doen er goed aan bijkomende blootstelling te verminderen, want eieren uit eigen tuin zijn een belangrijke extra route.’
Aan de ene kant rapporteert u over alomtegenwoordige, schadelijke milieuvervuiling en tegelijkertijd bent u vrij genuanceerd over de risico’s. Komt dat geluid goed over?
‘Ik krijg over het algemeen positieve reacties, maar organisaties als Greenpeace zijn moeilijk tevreden te stellen. De stem van milieuactivisten hoor je in dit dossier en in rechterlijke procedures veel harder doorklinken dan dat van burgers. Naar omwonenden blijven zij ongerustheid voeden over risico’s. Ik probeer een genuanceerder beeld neer te zetten en dat is niet altijd makkelijk. Maar ik blijf in dialoog met alle partijen; we nemen ook veel suggesties van milieuorganisaties en burgers mee in het onderzoekswerk.’
Vlaams onderzoek illustreert ook dat rioolwaterzuivering ervoor zorgt dat PFAS in het milieu blijft circuleren, omdat de zuivering het niet afvangt. Is daar een oplossing voor?
‘Rioolwaterzuiveringsinstallaties zijn een belangrijke verspreidingsroute. Huishoudens zijn namelijk een bron van PFAS, bijvoorbeeld via huisstof van tapijtcoatings, meubilair en allerlei andere producten. Er loopt een traject bij een Vlaamse installatie om extra zuiveringstechnieken te testen, die niet alleen PFAS wegvangt maar ook medicijnresten en weekmakers. Het is een ongelooflijke uitdaging om de rioolwaterzuivering van een goede finale zuiveringsstap te voorzien, ook doordat PFAS met korte fluorketens nauwelijks aan actief kool binden.’
‘Organisaties als Greenpeace zijn moeilijk tevreden te stellen’
Als je sporen van persistente chemicaliën gaat verwijderen met actieve kool, dan ben je toch drinkwater aan het maken?
‘Dat klopt, en dat geldt ook voor het zuiveren van opgepompt grondwater van bouwwerkzaamheden. Verspreid over Vlaanderen zien we in grondwater frequent PFAS-gehalten van 100 a 500 nanogram per liter. We stellen nu voor om de Europese drinkwaternorm te hanteren als richtwaarde voor lozing. Dat wil zeggen: maximaal 100 nanogram per liter voor de som van twintig verschillende PFAS. De Europese drinkwaternorm is vergeleken met EFSA nog redelijk laks. Op basis van de EFSA-systematiek zou er in drinkwater niet meer dan vier nanogram PFAS per liter mogen voorkomen, in plaats van 100 nanogram.’
Stel dat filtering met actieve kool op grote schaal gebruikt wordt om PFAS te verwijderen, waar moeten we dan heen met dat zuiveringsmateriaal?
‘Thermische vernietiging is de beste optie, met de juiste combinatie van verbrandingstechnologie, temperatuur en rookgaszuivering. Volledige verbranding is vooral nodig om de emissie van koolstof-tetrafluoride te voorkomen, want dat is een stabiel, zeer sterk broeikasgas. Fluorverbindingen gedragen zich tijdens verbranding en rookgaszuivering waarschijnlijk net als complexe gechloreerde koolwaterstoffen zoals dioxines. Maar we willen het zeker weten, dus loopt op dit moment in Vlaanderen onderzoek om te zien of er effectief geen PFAS de schoorsteen verlaat.’
Is een totaalverbod op fluorverbindingen de echte oplossing voor dit milieuprobleem?
‘Het is duidelijk dat we de kant van uitfasering op moeten. België heeft zich nu aangesloten bij de Scandinavische landen en Nederland, de groep die het voortouw heeft genomen voor een uitfaseringsprocedure bij ECHA [Europees Agentschap voor chemische stoffen, red.]. Alle resultaten uit de Vlaamse onderzoeksprojecten gebruiken we als onderbouwing in dat ECHA-dossier. Je ontkomt de komende jaren niet aan een discussie over essentiële toepassingen. PFAS voor bestrijding van grote branden in een olieraffinaderij is essentiëler dan een vuilafstotende laag op tapijt of schoenen. Het wordt een traject van de lange adem. Maar het kan, kijk naar de uitfasering van CFK’s en asbest. De sleutel ligt in beleid dat fluormoleculen uitfaseert en verbiedt, in combinatie met alternatieve chemie voor andere basismoleculen.’
Worden uw analyses en adviezen inmiddels omgezet in beleid?
‘Het tweede rapport is getiteld ‘van kennis naar de actie’. Het is tijd om te beginnen met saneren in Zwijndrecht, maar ook om normen en wetgeving aan te passen. Ik merk dat de beleidsmakers daarin mee willen gaan, maar het moet natuurlijk via geëigende routes en kanalen, zoals impactanalyses van wetswijzigingen. Ik blijf voorlopig met alle betrokkenen om de tafel zitten, want de samenwerking en informatie-uitwisseling tussen overheidsdiensten die ik heb opgestart moet structureel worden ingebed. Dat is nog een uitdaging voor de komende periode.’
U bent dus nog niet klaar?
‘De oorspronkelijke einddatum was eind juni 2022, met mogelijkheid voor verlenging. Ik heb in mijn rapport een aantal suggesties gedaan voor acties die nog moeten worden opgezet. Het lijkt niet haalbaar om die eind juni allemaal rond te hebben, dus ik stel eigenlijk voor om er nog enkele maanden aan te breien. Maar als die punten zijn afgevinkt hoop ik er uiterlijk eind van dit jaar mee te stoppen.
CV Karl Vrancken (1969)
1986- 1990 Licentiaat Wetenschappen, chemie, Universiteit Antwerpen
1990- 1995 Doctor in de chemie, Universiteit Antwerpen
1997 - 2016 Onderzoeker en projectenmanager bij VITO, rond afvalbeleid, secundaire grondstoffen en circulaire economie
2001 – 2004 Detachering naar Europese Commissie DG JRC Sevilla als BREF-auteur
2005 – heden Hoofddocent afvalverwerking en circulaire economie (Universiteit Antwerpen)
2015 Detachering als interim COO van EIT Raw Materials (Berlijn)
2016 – heden Onderzoeksleider duurzame materialen bij VITO
2019 – heden Lid international Advisory Board Wuppertal Institute for Energy and Climate
2021 – heden Lid wetenschappelijk comité Europees Milieuagentschap
2021 - 2022 opdrachthouder van de Vlaamse Regering voor de aanpak van PFAS
1 Opmerking van een lezer