Nieuwe technologie ontwikkelen én marktrijp maken in projecthuizen is een goede innovatietactiek, volgens Alfred Oberholz, Degussa-topman en voorzitter van het Europees technologieplatform voor duurzame chemie SusChem. Een gesprek over het managen van innovaties, duurzaamheid en hoe de dreiging uit het Verre Oosten het hoofd te bieden.
Degussa manifesteert zich al een aantal jaren als bijzonder innovatief bedrijf en werkt samen met maar liefst vijfhonderd universiteiten. Alfred Oberholz is bij de chemiegigant een belangrijke spin in het innovatieweb. Hij stuurt Degussa’s R&D-apparaat aan dat bestaat uit bijna drieduizend onderzoekers wereldwijd, verspreid over veertig locaties. Oberholz is sinds mei 2006 vicevoorzitter van de raad van bestuur van Degussa en verantwoordelijk voor alle onderzoek en ontwikkeling van de onderneming.
Degussa is met 44.000 werknemers wereldwijd nummer een op het gebied van specialty chemicals. Zo maakt het onder meer silica en silaan voor autolakken en banden, kunststof voor plexiglas, chloorvrije papierbleekmiddelen, farmaceutische ingrediënten en polycarbonaat voor dvd’s. Met een omzet vorig jaar van bijna twaalf miljard euro is Degussa wereldwijd nummer veertien in de chemie. Het is qua omzet wel een factor drie kleiner dan BASF. In de haven van Antwerpen heeft Degussa een productielocatie waar meer dan duizend mensen werken.
Oberholz, die chemie studeerde en een promotieonderzoek deed aan de Technische Universiteit van Aken, is ook buiten Degussa actief. Hij is voorzitter van Dechema, de Duitse vereniging voor chemische technologie en biotechnologie, en van SusChem, het Europees technologieplatform voor duurzame chemie. Een gesprek over innovatie en de uitdagingen in de toekomst.
Van welke innovatie bent u persoonlijk het meest onder de indruk?
“Ik vind vuur de meest fascinerende innovatie ooit gedaan. De mens heeft destijds de voordelen van vuur laten prevaleren boven de risico’s en heeft een manier gevonden om de vlammen te controleren. Veel mensen, zeker in Duitsland, neigen naar een negatieve houding ten opzichte van technologische vooruitgang, helemaal als zij zelf niet direct de voordelen ervaren. Ze zien niet de mogelijkheden die een innovatie in zich heeft, maar focussen louter op de mogelijke gevaren. Stel je voor wat er zou zijn gebeurd als vuur heter dan
36,5 °C vanwege het gevaar niet was toegelaten.”
De R&D-baas van Xerox Labs, waar in de jaren zeventig een aanzienlijk aantal innovaties op het gebied van computers zijn gedaan, kocht zitzakken en maakte koffiehoeken om een creatieve sfeer te scheppen. Hoe creëert u chaos en denken buiten de gebaande paden?
“In mijn optiek is denken buiten de gebaande paden, out-of-the-box, een belangrijke succesfactor bij het genereren van innovaties. Om dat te bereiken hebben we bij Degussa ‘projecthuizen’ ontwikkeld. Die zijn inmiddels synoniem met onze research- en ontwikkelingsactiviteiten.
In projecthuizen brengen we de kennis samen van verschillende businessunits om een nieuwe generatie technologieën en producten tot aan marktintroductie te ontwikkelen. Binnen onze projecthuizen, dat zijn letterlijk gebouwen waar verschillende experten fysiek samen zijn, is samenwerking in interdisciplinaire teams de norm. Een projecthuis bestaat niet langer dan drie jaar. Dus elke dag telt om het project te laten slagen.
De inspanningen van een projecthuis stoppen wanneer de nieuwe producten en technieken rijp zijn voor de markt en verdere commercialisering, hetzij binnen een businessunit of in een start-up onder de paraplu van Degussa. Het meest recente projecthuis, functionele folie, is op 1 juli dit jaar gestart in Hanau-Wolfgang. Doel is high performancefilms te ontwikkelen die bijvoorbeeld krasbestendig zijn, stroom geleiden, dynamisch optische effecten vertonen of bijzondere barrière-eigenschappen hebben.”
Waarom is het voor Europa zo moeilijk om onderzoeksresultaten om te zetten in nieuwe economische activiteit? Ontbreekt het de politieke beslissers aan een gevoel van urgentie?
“Wij Europeanen zijn goed in het uitvinden, maar niet altijd zo handig om een wetenschappelijke vinding om te zetten in een succesvol product. Dat heeft ook te maken met onze instelling en cultuur. Maar je kunt de politiek niet overal de schuld van geven. Bedrijven moeten zelf ook hun bijdrage leveren.
Wij hebben daarom de Degussa Science to Business Award in het leven geroepen, een totaal nieuw soort onderscheiding die september dit jaar voor het eerst wordt uitgereikt. Doel is om het bewustzijn van jonge wetenschappers te versterken dat hun onderzoeksresultaten om te zetten zijn in economisch succesvolle producten, en zo de ondernemergeest aan te wakkeren.
Het thema voor de prijs dit jaar was materiaalkunde. Alle wetenschappers werkzaam aan een Europese onderzoeksinstelling konden meedingen. Aan de award is een geldbedrag van honderdduizend euro gekoppeld, een aanzienlijk bedrag voor een onderzoeksprijs.”
Duurzaamheid is een belangrijke driver voor de chemische industrie. Het grote publiek lijkt echter niet veel om duurzaamheid te geven, getuige bijvoorbeeld de populariteit van terreinwagens en vliegreizen. Hoe kan de chemische industrie een maatschappelijke lans breken voor duurzaamheid?
“Duurzaamheid is een integraal onderdeel van al onze bedrijfsprocessen. Maar je hebt gelijk, we moeten meer doen om te zorgen dat het begrip duurzaamheid gaat leven onder de mensen.
Dat brengt me bij biotechnologie, een vakgebied dat in toenemende mate van belang zal gaan worden. Zeven procent van alle chemicaliën wereldwijd worden inmiddels al gemaakt uit niet-fossiele biologische bronnen of met behulp van biotechnologie. Dat komt overeen met een omzet van bijna zeventig miljard euro per jaar, nu al. We hebben beschreven wat de begaanbare paden zijn in de SusChem-roadmap. SusChem is een technologieplatform voor duurzame chemie. De Europese chemische industrie heeft samen met wetenschappers deze strategische onderzoeksagenda opgesteld voor het Zevende Kaderprogramma.”
Is het lastig om aandeelhouders te overtuigen van het belang van R&D voor het bedrijf? Op korte termijn is R&D per slot van rekening een kostenpost.
“Nee, totaal niet lastig. Dat komt omdat de markt Degussa ziet als een innovatief bedrijf. Aandeelhouders weten dat ongeveer twintig procent van onze omzet van producten en technologieën komt die minder dan vijf jaar oud zijn.”
Hoe kan de chemische industrie de dreiging uit China en India het hoofd bieden?
“Gegeven de competitieve druk van Azië is er inderdaad een noodzaak voor slimme oplossingen. Een voorbeeld dat ik graag in dit verband aanhaal, is de strategie van horizontale integratie. Wij hebben bijvoorbeeld al onze dedicated syntheseactiviteiten gebundeld, waarmee we koploper zijn in de sector.
Horizontale integratie betekent dat we al deze activiteiten, zoals de productie van gepatenteerde actieve farmaceutische stoffen of gereguleerde tussenproducten, concentreren op sites in Europa. Terwijl we de stoffen waar geen patent meer op rust, bepaalde tussenproducten en grondstoffen, in China en India produceren. Dat gebeurt in de nieuwe joint venture Degussa Lynchem of samen met andere partners waar we langdurig mee samenwerken zoals bijvoorbeeld Hikal in India.
Zo kunnen we op intelligente wijze het beste combineren dat de twee regio’s bieden en bovendien voldoen aan drie doelen: op maat gesneden producten onder de best mogelijke omstandigheden maken, garanderen dat onze sites in Europa ook op de langere termijn bestaansrecht hebben en een omgeving creeëren waar groei in de toekomst mogelijk is.”
Wat is verder belangrijk om innovaties van de grond te krijgen?
“Ik hoop dat het ons lukt, in het bijzonder in Duitsland, om een meer positieve wijze van denken over innovatie te krijgen. Natuurlijk, om terug te gaan naar het begin: waar vuur is, is ook het gevaar om je te branden. Dus moet je behoedzaam zijn. Dit geldt ook voor gebieden als groene biotechnologie. Desalniettemin, de chemische industrie heeft geleerd om lastige processen uit te voeren op een veilige wijze, en dat zullen we ook doen waar het nieuwe technologieën betreft.”
Nog geen opmerkingen