Utrechtse vernevelaar niest virus de massaspectrometer in

Utrechtse onderzoekers zijn er als eersten ter wereld in geslaagd om een hepatitis B-virus in één stuk te injecteren in een massaspectrometer, en zo de massa van zo’n virus exact te bepalen. Daardoor wordt de moleculaire opbouw van het virus een stuk helderder dan voorheen, zo blijkt uit twee publicaties die zojuist online zijn gezet door respectievelijk Angewandte Chemie en Proceedings of the National Academy of Sciences.

Het omhulsel van een hepatitisvirus ontstaat door zelfassemblage van capside-eiwitten. Bijzonder is daarbij dat er twee formaten van bekend zijn. Het zijn allebei icosaëders (twintigvlakken), maar de ene is eenderde groter dan de andere. Welke vorm precies ontstaat, lijkt te liggen aan kleine variaties in de eiwitstructuur.

Om een idee van deze structuren te krijgen is het van belang om zeer nauwkeurig de masssa van het virus te meten. Daaruit valt immers weer af te leiden hoeveel eiwitmoleculen er in het omhulsel verwerkt zitten. Voor zo’n massabepaling is massaspectrometrie de meest logische techniek. Normaal gesporken zijn virussen echter veel te groot om in één stuk in een massaspectrometer te krijgen.

Charlotte Uetrecht en prof. Albert Heck zijn er nu in geslaagd om een Q-ToF MS (fabrikaat Waters) dusdanig te optimaliseren dat het wél lukt. Daarbij maakten ze gebruik van elekrospray-ionisatie, een techniek waarbij het monster wordt verneveld onder invloed van een sterk magnetisch veld. De wetenschapsvoorlichters van de universiteit vergelijken het met het verspreiden van virussen tijdens een niesbui.

Proeven met verschillende ‘lege’ virusomhulsels, gemaakt door capside-eiwitteneiwitten te laten samenklonteren in een reageerbuisje, laten alvast zien dat de twee virusformaten in principe allebei even stabiel zijn.

bron: UU

Onderwerpen